

Ook op dag drie van onze reis zijn we nog steeds in Frankrijk. We zakken verder af naar het zuiden en komen uit in Amboise. Ook deze stad ligt, net als Orleans, aan de Loire. De reisgidsen spreken over Italiaanse charme aan de Loire, mede door de mediterrane uitstraling van de stad en het gebied eromheen. Het stadje zelf kent een gemoedelijke en gezellige sfeer, maar de meeste mensen komen er toch om het plaatselijke kasteel te bezoeken. Gelegen op een rotspunt, hoog boven de stad, bood het kasteel al in vroegere tijden een ideale blik over het dal en de Loire. De geschiedenis van het kasteel begint in de elfde eeuw, als Fulco III, de graaf van Anjou, begint met de bouw van een stenen kasteel. In de daaropvolgende eeuwen zou het kasteel verder uitgebouwd en verstevigd worden als bescherming voor de vijand tijdens een van de vele conflicten waarin de heersers van deze streek verzeild raakten. Het kasteel beleefde zijn bloeiperiode in de periode na 1515, als de toenmalige heerser Frans I Leonardo Da Vinci naar Amboise haalt. Leonardo woonde in een huis dat met een ondergrondse gang met het kasteel verbonden is. Dit huis, Clos Lucé, is ook vandaag de dag nog te bezoeken. Het kasteel voldoet zowel van binnen als van buiten aan de geromantiseerde historische denkbeelden van mensen anno 2022. Het is goed gerestaureerd en de verschillende tijdvakken van bewoning komen ietwat willekeurig aan bod. De geromantiseerde beelden worden nog versterkt doordat je als bezoeker met een tablet door de gangen en kamers kunt dwalen. Met behulp van augmented reality zie je de ruimtes in gebruik door ridders en edellieden. Of alles even historisch juist is, blijft de vraag, maar mooi is het kasteel en de manier waarop je het kunt bezoeken zeker wel.



Omdat ook de innerlijke mens in Frankrijk niet vergeten mag worden, Will;en we nog even iets zeggen over onze lunch vandaag in Amboise. Fransen lunchen vaak warm, waardoor de terrassen rondom het kasteel vol zaten met mensen echter pasta, pizza of andere warme gerechten. Als rechtgeaarde Nederlanders, geven wij vaak de voorkeur aan brood. Een kleine honderd meter vanaf de uitgang van het kasteel ligt aan de linker kant PAUL (Place Michel Debre 32/34), een echte Franse broodjeszaak waar je voor minder dan 10 euro een heerlijk stokbrood met beleg of een ruime salade kunt eten. Daar krijg je voor die prijs een drankje bij en de eigenaar voorziet je ook nog van nog een zoete lekkernij naar keuze.Wat ons betreft zeker een aanrader.
Onze overnachtingsplek vandaag is Bonnac La Côte, nog ruim 200 kilometer zuidelijker dan Amboise. De eerste honderd kilometer rijden we via het uitgebreide net van D-wegen dat Frankrijk rijk is. De snelheid ligt weliswaar niet zo hoog, maar met gemiddeld 80 kilometer per uur schiet je best goed op. Voordeel is dat je ten opzichte van de snelweg veel meer ziet. Onze route voerde door een gebied dat gedomineerd wordt door graan en zonnebloemen. Het intense geel van de omgeving vormt een schril contrast met de blauwe hemel. Hier en daar, alsof ze in het landschap gedropt zijn, liggen boerderijen met indrukwekkende silo's vol graan. Niet veel later werd het landschap groener en heuvelachtiger, om uiteindelijk zelfs bergachtig te eindigen in de streek rondom Bonnac La Cote. Dat laatste stuk zijn we overigens weer over de E20 gereden, een van de snelwegen naar het zuiden.

Onze camping van vandaag is een kasteelcamping. Het terrein en de bijbehorende gebouwen liggen op het landgoed dat hoort bij chateau de Leychoisier. Het chateau zelf kun je niet bezoeken, maar de ruime tuinen zijn wel toegankelijk.
Morgen passen we onze reis een beetje aan. Op 20 kilometer van de camping ligt het dorpje Oradour-sur-Glane. In 1944 werd dit door en SS eenheid met de grond gelijk gemaakt en werden de inwoners op beestachtige wijze afgeslacht. Sindsdien is er niets meer veranderd op deze plek. Het is en verstild monument van de verschrikkingen van de tweede wereldoorlog. Na Oradour reizen we door naar Rocamadour waar tevens ook onze volgende overnachtingsplaats is.



Reactie plaatsen
Reacties