Roadtrip Zuid-Oost Europa en Italië zomer 2025
Volg ons ook op Polarsteps: https://www.polarsteps.com/AndrewSimons/19707177-roadtrip-oost-zuidoost-europa-en-italie-zomer-25
Dag 31 en 32 terug naar huis
Gisteren middag hebben we van vervoermiddel geruild. Onze zoon is met een goede vriend naar onze camperplaats aan de Bodensee gereden en daar hebben we onze spullen uit en hun spullen in de camper geladen. Op die manier konden wij met onze fietsen op de fietsdrager met de auto naar huis rijden. Zij gaan opnieuw naar het zuiden naar de Plitvice meren en de Kroatische kust. Onze laatste zeshonderd kilometer waren dus auto kilometers. Da's wel even wennen na een maand in de camper. We hebben nog een hotelovernachting in Karlsruhe genomen. Vanuit het hotel hebben we nog een wandeling naar de stad gedaan, lekker gegeten en voor het eerst sinds een maand niet in een camperbed geslapen. Vanochtend zijn we zonder vertraging terug naar huis gereden. Om 13.25 reden we de straat in en was onze vakantie voorbij.
We hebben opnieuw met volle teugen genoten. Onze nieuwe camper voldeed meer dan zomaar een klein beetje aan de verwachtingen en we hebben, op een paar kleine wijzigingen na, de hele geplande reis ook kunnen maken. Hongarije in combinatie met Kroatië en Italië is echt de moeite waard. de afwisseling van landschappen, culturen en steden met een echt eigen karakter, maakte deze reis tot en bijzondere reis. In gedachten plannen we natuurlijk alweer vooruit. Naast de kortere trips in de meivakantie en de weekends in het voorjaar, is Frankrijk komende zomer een optie. We willen wel eens een rondje door het nummer 1 vakantieland voor veel Nederlanders doen. Anderzijds trekken Macedonië en Albanië ook aan. We zijn er dus zeker nog niet uit. Voor iedereen die onze website en het blog als inspiratie gebruikt: geniet van jullie reizen en kom veilig weer thuis!!
Dag 29 en 30 Van het meer van Iseo naar de Bodensee
Vanochtend is onze terugreis naar Nederland echt begonnen en dat was ook af te lezen aan de kilometer die we afgelegd hebben. Van het meer van Iseo naar Tunau aan de Bodensee waren het 423 kilometer en met enige vertraging bij tunnels en bij de San Bernardino Pas deden we daar meer an vijf uur over. We staan de komende dagen op camperplaats Dorfkrug in Tunau. Onze zoon en een vriend komen zaterdag in de loop van de dag aan en nemen onze camper over. Wij reizen dan met de auto terug naar Nederland. Morgen is wel nog een lekkere vakantiedag en gaan we er met de fiets op uit rondom de Bodensee.
Dag 28 Meer van Iseo
Vandaag voelt als onze laatste échte vakantiedag. We zijn van Modena naar het meer van Iseo gereden. Hier hebben we al een tijdje geleden een plek geboekt op agriturismo La Tesa, hoog boven de stad Iseo en met een prachtig vergezicht over het meer. De reis verliep voorspoeding als waren de laatste zeven kilometer (steil bergop) nogal een dingetje. Onze camper kan dat prima aan, maar we werden links en rechts ingehaald door motorrijders die de indruk wekte dat ze op een circuit aan het racen waren. Ook de wielrenners die, vaak in groepen, de afdaling naar het dal ingezet hadden, maakten de tocht naar boven voor een grote camper niet eenvoudiger. Gelukkig kwamen we zonder kleerscheuren boven en daar werden we beloond met een erg mooie camperplek. La Tesa ligt op een hoge klif met uitzicht over de stad en het meer. De tuin, waarin de campers, caravans en tenten staan is weelderig groen en super mooi onderhouden en het restaurant (met terras in de tuin) voelt gewoon luxe. We hebben onze camper weggezet en zijn lekker in de zon en aan het zwembad gaan liggen. Helaas was er voor de avond geen plek meer in het restaurant. We kozen dus voor boodschappen in Iseo. Met de e-bike zoef je eenvoudig en snel naar beneden (waarschijnlijk net iets oplettender dan de scheurende motoren en wielrenners). De weg terug is andere koek. De accu liep zienderogen leeg maar hield het wel tot boven. Een echte BBQ op een kleine wegwerpgril met vlees en vis en een lekker glas wijn, maakte de avond compleet. Morgen reizen we verder en beginnen we echt aan onze terugreis.
Dag 26 Modena
We reizen steeds verder noordelijk en vandaag zijn we neergestreken in Modena in de regio Emilia Romagna. Modena is onze op en na laatste stop voordat we Italië verlaten en min of meer echt aan onze terugreis beginnen. Naast de Italiaanse wijn en de Parmezaanse kaas die uit deze regio komen, is Modena vooral óók bekend om de balsamicoazijn die hier geproduceerd wordt. Waar wijnboer alles probeert te doen om te voorkomen dat de wijn omslaat naar azijn, doen de balsamico producenten net het tegenovergestelde. Zij koken het druivenmost (dus het sap en de schillen) tot er van de oorspronkelijke massa nog maar de helft over is. Daarna volgt eerst een proces van alcoholische fermentatie waarbij suikers worden omgezet in alcohol en koolstofdioxide. Daarna volgt de azijnfermentatie waarbij alcohol wordt omgezet in azijnzuur. De azijn rijpt vervolgens jarenlang (minimaal 12 jaar voor de traditionele variant) in een reeks vaten van verschillende houtsoorten zoals eik, kastanje, kers, moerbei en jeneverbes. Elk hout geeft een unieke smaak. Elk jaar wordt een beetje azijn uit het kleinste vat gehaald voor botteling, en de vaten worden aangevuld met azijn uit een groter vat. Dit systeem zorgt voor een geleidelijke vermenging van oude en jongere azijn. Alleen azijn die voldoet aan strenge kwaliteitsnormen mag worden gebotteld als Aceto Balsamico Tradizionale di Modena DOP. De fles heeft een kenmerkende tulpvorm en wordt verzegeld door het consortium.
Wij hebben Modena vandaag bezocht vanuit onze camperplaats net buiten de stad (Camperclub Mutina). Hiervandaan loop je in tien minuutjes naar de bushalte. Met de bus ben je snel in het centrum. Dat centrum was vandaag behoorlijk leeg. In de week van 15 augustus hebben de meeste Italianen vrij. Op 15 augustus wordt Ferragosto gevierd. De oorspring van dit feest gaat terig tot in de Romeinse tijd toen het bedoeld was als een rustperiode na de oogst, met feesten en ontspanning voor het volk. Later werd Ferragosto gekoppeld aan de Maria-Tenhemelopneming, een belangrijke katholieke feestdag in Italië. Veel bedrijven, fabrieken en instellingen sluiten rond deze datum hun deuren (soms wel twee tot drie weken). Italianen gaan massaal op vakantie. Steden worden rustiger, terwijl toeristische plekken juist drukker worden en dat was goed te merken in Modena. Veel winkels bleven gesloten, net als toeristische trekpleisters. Toch was de stad alleraardigst om doorheen te wandelen en we hebben in ieder geval de Duomo en het oude stadhuis kunnen bekijken. Morgen reizen we verder naar het meer van Iseo voor een dagje rust.
Dag 25 Terme di Saturnia en Chianti bij Clantenova
Ook vandaag hebben we onze route ietwat aangepast. We zijn vanochtend naar Saturnia gereden om de warme zwavelbronnen te bekijken en te ervaren. Oorspronkelijk zouden we vervolgens overnachten aan de kust, maar omdat we de afstand naar onze volgende stop iets wilden verkorten hebben we gekozen voor een alternatief: het Chianti wijngoed van Cantenova, net onder Florence. Deze camperplaats is Gratis, mits je gebruik maakt van de wijnproeverij en het diner dat hier geserveerd wordt. Dat klonk voor ons als en prima deal!
Onze rit van vandaag werd gekenmerkt door bochtige en slechte wegen. De Strada Provinciale (in niets te vergelijken met Nederlandse provinciale wegen) waarover we reden leek eerder op een slechte veldweg met gaten. Het feit dat je voortdurend omhoog en omlaag rijdt, maakt het tot een intensieve ervaring. Als chauffeur zie je helaas niet zoveel van het prachtige Toscaanse landschap, maar het is er wel. Soms lijk je zo door een reisfolder te rijden, compleet met cipressen, kasteeltjes, en de zo kenmerkend oker gele kleur van de dorpjes hoog in de heuvels.
Onze eerst stop was dus Saturnia. Dit kleine Toscaanse dorp is vooral bekend om zijn zwavelhoudende warmwaterbronnen waaraan en helende werking toegeschreven wordt. De warmwaterbronnen met een constante temperatuur van ongeveer 37,5°C, trekken de bezoekers en dat doet wel weer een beetje af aan de ervaring. De verschillende plateaus van de Cascate del Mulino, een reeks kalkstenen baden waar het warme water trapsgewijs naar beneden stroomt, worden bevolkt door toeristen. als je echt iets van de magie van deze plek wilt zien, moet je hier echt heel vroeg naartoe komen.
De verschillende beschrijvingen van Saturnia spreken over een parkeerplaats op loopafstand van de bronnen. De eerste parkeerplaats is echer niet toegankelijk voor campers. Als je een paar honderd meter doorrijdt, kun je rechts een weg in die leidt naar een camperplaats waar je zowel kunt overnachten als parkeren. Van de camperplek loopt een pad waarover je in en kleine 10 minuten naar de cascades loopt. Saturnia heeft Etruskische en Romeinse wortels. Volgens de legende is het genoemd naar de god Saturnus, die hier vrede bracht door zijn bliksem op de aarde te werpen. Verderop in de stad, in et archeologisch park, zijn nog resten van een Romeinse weg (Via Clodia), oude stadspoorten en thermale baden uit de oudheid te zien. Deze bezienswaardigheden hebben we vandaag niet bekeken, net als de vele andere plekken die onderweg als bezienswaardig aangegeven werden.
Van Saturnia zijn we verder naar het noorden gereden. Via Sienna kwamen we uiteindelijk (na wat zoek en bel-werk) terecht bij Clantenova, een Chianti wijngoed onder Florence. Er is op dit wijngoed plek voor 7 campers. Kosten zijn niet verbonden aan het verblijf. Naast de toiletten binnen en een Dixi buiten, zijn er dan verder ook geen voorzieningen en toch zorgde deze plek en de avond die we hier beleefd hebben voor een van de mooiste herinneringen van deze vakantie. Het concept van Clantenova is eenvoudig. Je betaalt niet voor je verblijf, maar voor de 'experience'. Die bestaat uit een uitgebreiden rondleiding over het wijndomein met uitleg over de manier waarop de Chianti op biologische wijze geteeld wordt en een diner waarbij diezelfde wijn rijkelijk vloeit. Met ons stonden twee Duitse, een Spaans en een Engels stel op de camperplaats. Voor het diner sloot een ander Nederlands stel aan.
van de mooie tafel van gisteren avond, was vanochtend niet meer veel over, maar de restanten spreken boekdelen :)
Alex, de eigenaar van Clantenova is een gepassioneerde wijnboer. het wijngod wordt omgeven door deels oude wijnranken. Die leveren weliswaar minder druiven op, maar geven wél een betere kwaliteit. Die kwaliteit én de ambitie om volledig biologisch te werken (dus zonder chemische toevoegingen tijdens de teelt of het productieproces van de wijn) is de grote drijfveel van dit bedrijf. We kregen een rondleiding door de wijngaard en keken uitgebreid rond in de kelders waar de wijn gemaakt wordt. Om Chianti genoemd te mogen worden moet tijdens het productieproces minimaal 70% (voor gewone Chianti) tot 80% (voor Chianti Classico) van de blend bestaan uit Sangiovese. De druiven worden gefermenteerd en gerijpt, vaak in roestvrijstalen tanks of eikenhouten vaten, Alex gebruikt echter en techniek die ook de Romeinen al gebruikten. Hij rijpt de wijn in grote stenen (betonnen) kelders die aan de binnenkant met een wasachtige substantie bewerkt worden. Pas als in een tweede fase wordt de wijn verder gerijpt op vaten van Frans eikenhout. Voor Chianti Classico en Riserva gelden strengere rijpingseisen dan voor een 'normale' Chianti. Riserva moet bijvoorbeeld minimaal 2 jaar rijpen.
Na de rondleiding gingen we aan tafel. Die tafel stond in de tuin van het wijngoed, onder de bomen. Het plaatje kon eigenlijk niet mooier. Wat volgde was een heerlijke avond met kaas, worst, ham en andere lekkernijen, maar ook met crostini met een paté vak kippenlevertjes gekookt in Chianti en pasta met verse truffel. Daarbij liet Alex ons zijn beste wijnen proeven. Een van de Spaanse gasten speelde gitaar en zo werd het langzaam laat. Deze ervaring kunnen wij iedereen die in deze regio is en zonder verder voorzieningen kan overnachten, meer dan aanbevelen!!
Dag 24 Montecassino en het meer van Bracciano
De planning van onze reis hebben we vandaag ietwat aangepast. Oorspronkelijk was het de bedoeling om naar Castel Gandolfo te rijden om daar de pauselijke zomerverblijven te bekijken. Bij het bekijken van de route zagen we echter dat we min of meer langs het klooster van Montecassino zouden rijden. Gezien de bewogen geschiedenis in de tweede wereldoorlog en de betekenis die deze plek heeft gehad bij de bevrijding van Europa, kozen we voor dit alternatief. Dat betekende ook dat we onze overnachtingsplek aangepast hebben. We zijn na het bezoek aan Montecassino doorgereden naar de regio net noordelijk van Rome. Hier zijn we neergestreken aan het meer van Braccaciano.
Vanochtend zijn we iets eerder dan normaal weggereden van de Zuid Italiaanse kust en hebben we de snelweg genomen richting Rome. De Abdij van Montecassino ligt op een bergtop die circa 550 meter hoog is en is dus al van verre, ook vanaf de snelweg te zien. Vanuit het stadje Cassino voert een steile en bochtige bergweg naar boven. Let wel op: de campernavigatie en ook andere navigatiesystemen sturen je al bij de ingang van het stadje links de bergen in. Neem deze weg zeker niet als je met een camper bent. De weg is slecht en uiteindelijk veel te smal. Als je de bredere weg neemt die ook door touringcars gebruikt wordt, kom je eenvoudig boven waar je voor 8 euro ruim kunt parkeren met de camper.
De abdij van Montecassino is een van de beroemdste en historisch belangrijkste kloosters van Europa. Ze werd Gesticht in 529 door Sint-Benedictus van Nursia, de grondlegger van het westerse monnikendom (Sint-Benedictus schreef hier zijn beroemde Regel van Benedictus, die de basis vormde voor het kloosterleven in het Westen). Door de eeuwen heen is de abdij, die gebouwd is op de resten van een Romeins heiligdom, meerdere keren verwoest. Soms door vijandige troepen zoals de Longobarden in de zesde eeuw en de Saracenen in de negende eeuw, soms door natuurgeweld zoals bij een zware aardbeving in 1349. De meest vernietigende verwoesting is echter van recentere datum tijdens de slag om Montecassino in 1944. Tijdens vier veldslagen tussen januari en mei 1944, probeerden de geallieerden door de Duitse verdedigingslinie (de Gustav-linie) in Italië te breken. De kern van de strijd lag rond de stad Cassino en de historische abdij van Montecassino, die strategisch op een heuvel lag. De geallieerden wilden Rome bevrijden, maar de Duitsers hadden zich ingegraven in het bergachtige terrein, wat een directe aanval moeilijk maakte. De abdij zelf werd aanvankelijk niet door Duitse troepen bezet, maar uit angst dat het als uitkijkpost werd gebruikt, bombardeerden de geallieerden het op 15 februari 1944, waarbij het eeuwenoude gebouw volledig werd verwoest. Wat de geallieerden niet wisten was dat er op dan moment honderden burgers in de abdij een veilig heenkomen voor het oorlogsgeweld zochten. De meesten van hen overleefden 15 februari 1944 niet.
Op 18 mei 1944 werd Montecassino uiteindelijk ingenomen door de Poolse troepen, waarmee de weg naar Rome werd geopend. De slag kostte tienduizenden levens en staat symbool voor de verwoestende impact van oorlog op cultureel erfgoed en menselijke offers. Vanuit de abdij zie je de Poolse oorlogsbegraafplaats liggen. Hier worden de gevallen Poolse soldaten herdacht die de gevochten hebben voor de vrijheid van Europa.
Na de tweede wereldoorlog werd besloten om de abdij steen voor steen te herbouwen. Hierbij werd zoveel mogelijk gebruik gemaakt van resten die achtergebleven waren na het vernietigende bombardement. De wederopbouw begon in 1946 en duurde tot 1956, toen de abdij officieel werd heropend. De herbouwde abdij werd op 24 oktober 1964 officieel ingezegend door paus Paulus VI en staat sinds dien symbool voor vrede, verzoening en wedergeboorte.
Na ons bezoek aan de abdij zijn we doorgereden naar het meer van Braccaciano. De hoge temperaturen (ruim 36 graden) waren goed uit te houden aan de oevers van dit vrij grote meer dat is ontstaan uit een vulkaankrater en een bijna perfecte ronde vorm heeft. Het meer en de omliggende gebieden maken deel uit van het Natuurreservaat van Bracciano-Martignano. Hoewel het meer niet voor komt in het lijstje bekende Italiaanse meren is het hier goed toeven! We zijn vanavond ook nog even het dorp Brachiano zelf in geweest. Het dorp ligt (best hoog) op en heuvel, dus de weg ernaartoe was even een uitdaging. Het resultaat mocht er echter zijn. Brachiano is alles wat je van een pitoresk dorpje verwacht. Een kasteltje, een mooie kerk, tal van kroegjes en restaurants. We hebben dan ook volop genoten van een Italiaanse maaltijd en een 'gelatto' als dessert.
Dag 23 Paestum
Paestum is een oude stad in Zuid-Italië, oorspronkelijk gesticht rond 600 v.Chr. door Griekse kolonisten uit Sybaris onder de naam Poseidonia, genoemd naar de god Poseidon. Rond 400 v.Chr. werd Paestum veroverd door de Lucaniërs, een Italisch (let wel: niet Italiaans, want Italië als zodanig bestond nog niet!) volk, die de stad hernoemden tot Paistos. In 273 v.Chr. namen de Romeinen de stad over en noemden haar Paestum.
Onder de Grieken en onder de Romeinen bloeide Paestum, maar vanaf de 4e eeuw n.Chr. begon Paestum te vervallen, mede door malaria en het instorten van handelsroutes. Tegen de middeleeuwen was de stad grotendeels verlaten en pas in de 18e eeuw werd Paestum herontdekt door reizigers en archeologen, die onder de indruk waren van de goed bewaarde Griekse tempels: de Tempel van Hera, de Tempel van Neptunus (Poseidon), en de Tempel van Athena. Die Tempels en de andere Griekse en Romeinse overblijfselen, trokken ons vandaag ook naar Paestum.
Om de hitte te ontwijken, waren we al vroeg op pad vanochtend. Met de fiets ga je van de camping in een dik half uur naar de ingang van de site. Bij het archeologisch museum kochten we een kaartje dat naast de opgravingen zelf ook toegang biedt tot het nabijgelegen museum. Voor de echte ‘die hards’ is het verder mogelijk om in augustus om 16.00 mee te reizen naar Velia, een andere site op een kleine vijftig kilometer van Paestum. Je kunt daar dan voor hetzelfde ticket een paar uur rondkijken en je wordt netjes weer teruggebracht naar Paestum. Wij zagen af van dit avontuur omdat de hitte een bezoek aan het zwembad gewoon te aantrekkelijk maakte.
De drie tempels zijn de meest in het oog springende en goed bewaard gebleven resten van Paestum. De grootste van de drie, de tempel van Neptunes, werd rond 460 v Chr. Gebouwd en is een prachtig voorbeeld van Dorische architectuur. De tempel van Athena is nog iets ouder (c.a. 500 v Chr.) en combineert Dorische en Ionische elementen. De kleinste van het stel, de tempel van Hera, is nog weer iets ouder (550 v Chr.) en hoewel deze nu de Tempel van Hera genoemd wordt, is niet helemaal duidelijk aan welke god de tempel oorspronkelijk gewijd was. De Tempels hebben een Griekse oorsprong maar zijn in de eeuwen die volgende door alle veroveraars, dus ook door de Romeinen, gewoon gebruikt met hun eigen equivalenten van de Griekse goden.
De drie tempels maken indruk door hun omvang en de mate waarin details bewaard zijn gebleven. Met de drone hebben we wat luchtfoto’s kunnen maken die een goed beeld geven van de omvang van het terrein en de afmetingen van de tempels op dat terrein.
Naast de tempels geen Paestum een goed beeld van de manier waarop een Romeinse stad gebouwd en georganiseerd was. In een typische Romeinse stad waren de wegen volgens een strak rasterpatroon aangelegd. De hoofdweg die van noord naar zuid liep werd de Cardo (cardo Maximus) genoemd. Dit was vaak de straat met de meeste bedrijvigheid waar winkels en publieke gebouwen aan lagen. De Decumanus (Decumanus Maximus) liep vervolgens van oost naar west en kruiste de Cardo in het centrum van de stad op het Forum (het centrale plein). Ook Paestum volgt dit stadsplan en de wandeling voor de overblijfselen liep dan ook via deze twee hoofdaders. Om écht een indruk van Paestum te krijgen, is het goed om gebruik te maken van de gratis app Peastum & Velia, die in de appstore te vinden is. Hier staan bij alle belangrijke plekken in de stad audiofragmenten, desgewenst met verdiepende teksten als je echt geïnteresseerd bent.
Na het bezoek aan de archeologische site en een lunch tegenover de tempel van Athena, hebben we het archeologisch museum bekeken. Hier zijn de door de jaren heen opgegraven pronkstukken van Paestum samengebracht en chronologisch geordend. Alles bij elkaar hebben we ons de hele ochtend en een deel van de middag ondergedompeld in de geschiedenis. Het zwembad op de camping was daarna meer dan welkom.
Morgen reizen we verder naar de omgeving van Rome. Als het even kan bezoeken we echter eerst Montecasino.
Dag 22 Paestum
Na ons bezoek gisteren aan Matera zijn we vanochtend verder naar het westen gereden met als doel Paestum in de Italiaanse regio Campania. De belangrijkste reden dat we die kant op zijn gegaan is een bezoek aan het antieke Paestum, een belangrijke archeologische site met Griekse en Romeinse resten. Bijkomend voordeel is dat we op deze manier twee dagen aan de kust kunnen staan voordat we verder noordelijk in de richting van Rome reizen.
In regenstelling tot de oostkust van Italië waar de temperaturen weliswaar hoog waren, maar een voortdurende wind zorgde voor verkoeling, is het hier aan de westkust ronduit heet. Temperaturen van dertig graden en meer, nauwelijks wind en een hoge zonkracht maken het overdag tot een uitdaging om actief te zijn. We besloten dan ook om vandaag vooral aan het strand en aan het zwembad door te brengen en morgenvroeg de opgravingen te bezoeken. Voordat we in de relaxmodus konden moesten echter nog wat boodschappen gedaan worden. Helaas lag de dichtstbijzijnde supermarkt bijna tien kilometer verderop. Met de fietsen was dit goed te doen, al blijft het Italiaanse verkeer ook op binnenwegen onvoorspelbaar en gevaarlijk. Vanuit onze camping (Camping Village Paestum) neemt de navigatie de snelste of kortste weg. Onze ervaring is dat je beter ietwat om kunt fietsen, omdat de veldwegen en de weggetjes door kleine dorpjes heel wat minder gevaren opleveren. Het bleef lang warm in Paestum en dus hebben we de avond rustig buiten voor onze camper afgesloten.
Dag 21 Matera
Na drie dagen in de regio Apulië (Puglia) hebben we de laars van Italië vanochtend verlaten en zijn we doorgereden naar Matera in de minder bekende regio Basilicata. Wellicht rijd je hier vooral doorheen als je op weg bent van de oost- naar de westkust van Italië, maar het loont zeker de moeite om te stoppen in Matera, de stad van de grotwoningen.
De weg naar Matera toe leidt, vanaf de oostkust, vooral door redelijk desolaat gebied. Het valt ons op dat de provinciale wegen en de auto(snel)wegen omzoomd worden door een laag rotzooi. Het lijkt erop dat mensen redelijk willekeurig hun huisvuil langs de weg dumpen. Een klein onderzoekje online leert dat dit vooral te maken heeft met de inefficiënte en redelijk dure manier waarop de vuilverwerking in zuid Italië geregeld is. Dit heeft tot gevolg dat er een illegale manier van verwerken (veelal door de maffia) ontstaan is. Vuil wordt tegen lagere kosten opgehaald en vervolgens gewoon gedumpt. Dit leidt tot ophopingen van huisvuil op plekken waar je dat niet zou verwachten en het geeft de omgeving iets dystoptisch.
Iets anders dat onderweg opvalt (en ook de afgelopen dagen al opviel) is het verschil in Italiaanse weggebruikers. Ze hebben gemeen dat verkeersregels vooral als richtsnoer gezien worden, maar dat het overtreden ervan hel gewoon is. Daar aar het gaat om de snelheid van automobilisten (zeker op snelwegen) zijn er eigenlijk twee typen weggebruikers. Het ene type negeert iedere snelheidsbeperking en scheurt vervaarlijk langs onze camper om vervolgens vlak voor ons weer op de rechter weghelft te gaan rijden. Het andere type negeert de snelheidsbeperkingen eveneens, maar dan door veel te langzaam uiterst rechts te gaan rijden waardoor alle verkeer dat aan komt, in de remmen moet. Je zou het geordende rijden op Nederlandse snelwegen bijna gaan missen.
We hebben onze camper vandaag ondergebracht op Masseria del Pantaleone, een Agricultura (Landbouwbedrijf met camping of camperplaatsen) op en kleine drie kilometer van Matera. Vanuit deze camperplek kun je met en gratis shuttlebus naar de stad. We zo gemakkelijk las je bedenkt dat Matera op en nogal steile helling ligt.
Matera wordt beschouwd als een van de oudste continu bewoonde steden ter wereld. De eerste resten die gevonden zijn dateren uit het Paleoliticum en zijn meer dan 12.000 jaar oud. Vanaf het Neoliticum (de nieuwe of jonge steentijd) dateren de eerste in de rotsen uitgehalte stabiele nederzettingen (Sassi). In deze grotwoningen leefden in de vroege 20e duizenden mensen onder erbarmelijke omstandigheden, vaak samen met hun vee. De kindersterfte was extreem hoog. In de jaren vijftig van de vorige werden ze, om hygiëne redenen, ontruimd en ontstond min of meer en spookstad. Inmiddels worden ze weer (deels) bewoond en vormen ze de belangrijkste toeristische bezienswaardigheid van de streek. De Sassie van Matera staan sinds 1993 op de Unesco werelderfgoedlijst en waren een bezoek meer dan waard. Het meest oude en authenieke deel van de stad zijn de sassi Caveoso. De wijk heeft een amfitheaterachtige vorm en biedt een indrukwekkend uitzicht op de Gravina-kloof. Hier vind je ook veel van de rotskerken die se Sassi een plek op de werelderfgoedlijst hebben bezorgd. Met ee combinatieticket voor 8 euro hebben we drie van de meest indrukwekkende exemplaren bezocht. Net als de grotwoningen, zijn de kerken vrijwel volledig uit het zachte gesteente van de rotswanden gehakt. Later zijn er vaak gevels aan toe gevoegd. Matera telt maar liefst 157 van deze rotskerken wat gezien de totale omvang van de stad een enorm aantal is. Een deel van die kerken ligt echter niet in de stad zelf, maar aan de overkant van de Gravina kloof op de hoogvlakte van Murgia. Vanuit de stad zijn de grotten duidelijk te zien en dit landschap inspireerde meerdere filmmakers om dit bijzndere gebied als decor te gebuiken. Zo werden er zowel scenes opgenomen van The Passion of the Christ als Wonderwoman en de laatste James Bond film (No time to die).
We hebben echt genoten van ons bezoek aan de stad Matera en de Sassi. Morgen reizen we verder naar het westen en gaan we naar de kustplaats Paestrum. Hier bekijken we de archeologische sites en nemen we een extra dagje aan het strand van de middellandse zee.
Dag 20 Lecce
Vandaag was de reisafstand met 86 kilometer relatief kort. We hadden gisterenavond al een plek gereserveerd op Agriturismo Arrangea, net buiten Lecce. Deze camperplek timmert stevig aan de weg. Recent hebben ze een prachtig zwembad in gebruik genomen (vooralsnog moet je er boven op de standplaats wel 5 euro extra voor aftikken) en wellicht ook de sanitair unit nog. Dan is de plek echt we de moeite waard. Zeker omdat je hiervandaan met de fiets in no time in Lecce staat, zonder dat je over drukke wegen hoeft te fietsen.
In Lecce hebben we een audiowandeling met onze IZI app gedaan. Deze leidde langs alle hoogtepunten van de stad. Om hier en daar ook binnen te kunnen kijken, kochten we bij de toeristische informatie een ticket dat voor 11 euro per persoon recht gaf op het bezoek van vier kerken en één museum.
Lecce wordt ook wel het “Florence van het Zuiden” genoemd. Deze bijnaam dankt de stad aan haar indrukwekkende barokke architectuur, die je overal in het historische centrum terugziet. De stad kent een lange geschiedenis. Oorspronkelijk was Lecce een nederzetting van de Messapiërs, een oud volk dat hier, net als in Ostuni, al vóór de Romeinen leefde. In de 3e eeuw v.Chr. werd Lecce veroverd door de Romeinen en kreeg het de naam Lupiae. Uit deze tijd zijn nog resten van een amfitheater en een theater te zien op het centrale Piazza Sant’Oronzo. Maast dit theater worden op dit moment opnieuw Romeinse resten blootgelegd. Het lijkt erop dat de bodem in het centrum nog veel schatten bevat.
Na de val van het Romeinse Rijk werd Lecce onderdeel van het Byzantijnse Rijk en later van het Normandische koninkrijk. In de 17e eeuw beleefde de stad haar artistieke hoogtepunt onder het bewind van het Koninkrijk Napels. Toen ontstonden de vele barokke kerken en paleizen die Lecce ook vandaag de dag nog zo uniek maken.
Wat Lecce extra bijzonder maakt, is het gebruik van Pietra Leccese, een zachte, goudkleurige kalksteen die zich uitstekend leent voor verfijnde decoraties. Hiermee zijn onder andere de prachtige Basilica di Santa Croce en de kathedraal op het Piazza del Duomo gebouwd. Deze laatste Piazza maakt overigens echt indruk. Het plein is slechts vanaf één plek te bereiken. In vroegre tijden zat er zelfs een poort in die 's nachts dicht ging. De Duomo, het seminarie en het bisschoppelijk paleis waren dan volledig afgesloten va de buitenwereld en vormden en stad op zich. Wij bekeken de dom, het paleis en drie andere kerken verspreid over de stad. Ook bezochten we het kasteel van Karel de vijfde dat aan de rand van get oude centrum ligt. Lecce is zeker en bezoek waard, maar de vergelijking met Florence gaat wat ons betreft, ondanks de vele barokke gebouwen, niet op.
Dag 19 Ostuni
Ons reisdoel vandaag was Ostuni. in de regio Apulië diep in Zuid-Italië. De stad ligt op een heuvel, ongeveer acht kilometer van de Adriatische kust, en is al van verre zichtbaar dankzij haar karakteristieke witte gebouwen. Deze witte kleur leverde haar de bijnaam La Città Bianca op. De ontwikkeling van Ostuni begint al in de tijd van de Messapiërs, een oud volk dat in Apulië leefde vóór de Romeinse overheersing. In de Romeinse tijd speelde Ostuni een bescheiden maar strategisch rol in de regio Apulië. Na de verwoesting door Hannibal tijdens de Punische Oorlogen werd de stad herbouwd door de Romeinen. Hoewel Ostuni dus geen grote Romeinse stad was zoals Brindisi of Taranto, maakte ze deel uit van het netwerk van nederzettingen die de Romeinen in Zuid-Italië vestigden om hun controle over het gebied te versterken. Ostuni lag dicht bij de Via Traiana, een belangrijke Romeinse weg die Brindisi verbond met Benevento en profiteerde daarom van de handel die nou eenmaal langs deze belangrijke doorgaande route gedreven werd. Tijdens de middeleeuwen groeide Ostuni uit tot een belangrijk centrum, mede dankzij haar strategische ligging. In de 15e eeuw werd de stad versterkt met stadsmuren en torens om zich te beschermen tegen aanvallen van piraten en andere vijanden. De witgekalkte huizen dienden oorspronkelijk om het zonlicht te reflecteren en de smalle straatjes te verlichten. Tegenwoordig is het wit vooral een toeristische trekpleister, en inwoners zijn verplicht hun huizen regelmatig opnieuw te kalken.
Wij zetten onze camper vandaag op een prachtige plek, een kleine zes kilometer van de stad vandaan. Masseria Appia Triana is een camperplek op een olijfboerderij. Onze camper stond op een plek midden tussen de, soms eeuwenoude, olijfbomen. De vriendelijke eigenaar (die perfect Engels sprak) vertelde dat het hele bedrij 27 hectare omvat en dat er een slordige 1500 bomen op staan, waarvan de oudste bijna en millennium oud zijn. Bij de villa, waarin de receptie zit, die eigenblijk gewoon de huiskamer van de eigenaar is, hoort en weelderige tuin waar je als gast graag gebruik van mag maken. Dit was voor ons echt een van de mooiere plekken van de afgelopen jaren.
Met de fiets waren we in een klein half uur in Ostuni. De route leidde dwars door de olijfgaarden, een beleving an sich. De stad zelf maakt ook indruk. Wij hebben een wandeling gemaakt langs de belangrijkste bezienswaardigheden. De kerken, monumenten, pleinen en gebouwen an sich zijn niet eens zo bijzonder, maar het samenspel van dit alles, in combinatie met het feit dat ieder steegje weer een nieuw vergezicht oplevert, maar Ostuni meer dan het bezoeken waard. De meeste toeristen proberen natuurlijk om een foto van de stad als geheel te maken. Dat is eigenlijk alleen mogelijk op een plek die helemaal niet als zodanig aangegeven wordt. Als je met de rug naar het kantoor van de toeristische informatie gaat staan en je steekt het plein, voorbij de zuil over, kun je rechtsoor bergop het oude centrum uitlopen. Na een kleine kilometer ligt er aan de linker kant een pleintje waarvandaan je een volledig open blik hebt op de stad. Deze wandeling loont dus. Morgen vervolgen we onze route naar de volgende stad die we aan willen doen: Lecce!
Dag 18 Van Dubrovnik naar Bari
Vandaag was een echte reisdag. Van onze camperplaats net buiten Dubrovnik zijn we vanochtend al vroeg naar de veerhaven gereden. Onze overtocht stond weliswaar pas gepland voor 11.00, maar je moet minimaal twee uur voor vertrek aanwezig zijn. Omdat de boekingsbevestiging nog omgezet moest worden in een ticket om aan boord te kunnen gaan, was het al helemaal fijn om op tijd aanwezig te zijn. Onze camper stond redelijk ver vooraan in de wachtrij tegen 10.00 begon de stroom voertuigen, strak geregisseerd door het personeel van de ferry, het schip op te rollen. Anders dan bij vorige overtochten die we in het hoogseizoen gemaakt hebben vanuit Split, was dit veer bij lange na niet vol. Dat zorgde op de verschillende dek's voor voldoende zitplaatsen. Wij kozen voor een plek op een hooggelegen buiten dek en genoten in de zon van het veer dat de haven van Dubrovnik verliet met als bestemming Bari in Italië. Nou hadden we voor ogen dat we de rest van de zeven uur durende overtocht vooral lui liggend in de zon door zouden brengen, maar donkere wolken en een opstekende wind maakten al snel duidelijk dat dit er voorlopig niet in zat. Een half uur na het verlaten van de haven, plenste de regen in alle hevigheid uit de lucht. We hebben onze toevlucht dus maar in een van de vele andere ruimtes gezocht, koffie gedronken, een spelletje gespeeld en een film gekeken In de loop van d emiddag klaarde het gelukkig op, zodat we ticht nog heel wat zee-zon gezien hebben.
Tegen half zeven, iets vroeger dan gepland, voer de veerboot de haven van Bari binnen en iets na zevenen hadden we alweer vaste grond onder de voeten (nou ja, eigenlijk onder de wielen). Onze overnachtingsplaats van vandaag lag dertig kilometer verderop in Ruvo di Puglia. De weg ernaartoe bestaan vrijwel volledig uit provinciale wegen dus we waren met een kleine drie kwartier dwars door Bari en op onze plek van bestemming. In Ruvo liggen twee camperplaatsen die volgens de website beiden onder dezelfde organisatie vallen. We moesten ter plekke een nummer bellem om een toegangscode voor de poort te ontvangen. De weinig vriendelijke Italiaan aan de andere kant van de lijn sprak geen woord Engels, Duits of Frans. Hij wist ons wel duidelijk te maken dat de code 555 was. Probleem was alleen dat er voer nummers nodig waren op het kastje. We kregen hem dat niet duidelijk gemaakt. Gelukkig stopte er een vriendelijke landgenoot van hem die klaarblijelijk wist wie wij aan de ander kant van de lijn hadden. Probleem opgelost: wij stonden bij de verkeerde camperplaats. Onze 'redder in nood wees ons de weg en al snel stonden we wél op de juiste plek. Morgen reizen we verder naar Ostuni, de witte stad.
Dag 17 Dubrovnik
Onze laatste dag in Kroatië hebben we vandaag doorgebracht in de parel van de Balkan: Dubrovnik. We zijn vanochtend vroeg weggereden uit Omis en hebben overwegend over de D8 de Jadranska Magistrala Langs de kust gereden. De landschappen veranderen na iedere bocht die de weg maakt en na iedere tunnel die op de route ligt. Aan de rechterkant van de camper lag meestal de Adriatische zee, links volgde dan een afwisseling van bergen, heuvels, wijnvelden, akkerland en kale rotsen. Je komt ogen tekort om dit allemaal een beetje op te slaan en uiteindelijk leggen ook de foto's vanuit een rijdende camper de werkelijkheid nauwelijks vast.
Zonder vertraging waren we rond een uur of elf op onze plek van bestemming: camping Solitudo. Deze (vrij prijzige) camping ligt een kwartiertje rijden met het OV van het oude centrum van de stad Dubrovnik. Belangrijker is echter dat de veerhaven, waar we morgen moeten zijn in verband met de overtocht naar Italië, op een paar minuten rijden ligt.
we waren een kleine twintig jaar geleden voor het eerst in Dubrovnik. Een paar jaar later deden we de stad nog eens kort aan. De situatie anno 2025 is in niets mer met die tijd te vergelijken. De stad kent dezelfde problemen die steden als Amsterdam, Venetië, Rome en Barcelona ook kennen. Toeristen overlopen de stad en zeker als er (zoals vandaag) een cruiseschip aanlegt, is de situatie ronduit onaangenaam. Daarnaast kost werkelijk alles dat de stad een bezoek waard maakt, inmiddels een vermogen. Een voorbeeldje: een wandeling over de stadsomwalling, zonder dat daar nog iets bij hoort, kost voor een volwassenen veertig euro!!!!! met uitzondering van de (meeste) kerken geldt deze situatie voor vrijwel alles dat in Dubrovnik te doen of te zien is.
Dat is erg jammer, want achter alle commercie gaat een stad schuil met een hele rijke geschiednis. De start werd in de7e eeuw gesticht door vluchtelingen uit Epidaurum (het huidige Cavtat), en groeide uit tot een belangrijke maritieme macht onder de naam Ragusa. Vanaf de 13e eeuw ontwikkelde Dubrovnik zich tot een onafhankelijke stadstaat, vergelijkbaar met Venetië, en bereikte haar hoogtepunt in de 15e en 16e eeuw. Dankzij een sterke handelsvloot en diplomatieke behendigheid wist de stad haar onafhankelijkheid te behouden, zelfs te midden van machtige buren zoals het Ottomaanse Rijk en de Venetiaanse Republiek. De stad stond bekend om haar geavanceerde bestuur, met een gekozen rector en raad, en om haar humanistische waarden: slavernij werd er al in de 15e eeuw afgeschaft. De imposante stadsmuren, gebouwd tussen de 12e en 17e eeuw, getuigen van haar strategische belang en zijn vandaag een van de best bewaarde vestingwerken in Europa. In 1667 werd Dubrovnik zwaar getroffen door een aardbeving, wat leidde tot een periode van verval. Na de Napoleontische oorlogen verloor de stad haar onafhankelijkheid en werd onderdeel van het Habsburgse Rijk. Tijdens de Kroatische Onafhankelijkheidsoorlog in de jaren 1990 werd Dubrovnik opnieuw beschadigd, maar sindsdien gelukkig prachtig gerestaureerd.
Omdat we de laatste keren dat we de stad bezochten nog niet met de kabelbaan naar het in de bergketen boven de stad gelegen fort waren geweest, hebben we de kabelbaan er naartoe dit keer wel genomen. We kozen voor de optie om een enkele reis te nemen (17 euro p.p.). De retourrit was met dertig euro wel erg prijzig en de wandeling naar beneden toe leek ons wel leuk. Je neemt deze kabelbaan om boven mooie plaatjes van de stad te kunnen maken en te genieten, maar wat schetst onze verbazing: de mooie plekjes zijn zorgvuldig zo volgezet met parasols of ander horeca gerij dat er maar één mooie plek over blijft. Om hier en foto te mogen maken, moet je damn wel betalen. Mensen die wel kozen voor de retouroptie moeten zich nogal bedrogen hebben gevoeld.
Wil je écht genieten van het uitzicht over de stad, dan is de wandeling naar beneden net een aanrader. Een pad met kiezel en stenen (goed schoeisel is dus wel nodig) leidt kronkelend naar beneden en zorg op ieder niveau dat je passeert mooie vergezichten over Dubrovnik. Helemaal voor niks! (zie de foto bovenaan de blog van deze dag) In algemene zin is onze tip dus: vermijd deze stad voorlopig. De drukte en de hoge prijzen, doen af aan de mooie oude steegjes en gebouwen. Mocht je er toch terecht komen, kies dan je eigen pad langs de betaalde attracties en zoek wat mer de omgeving op. Die is namelijk minstens zeker zo mooi.
Dag 16 Omis
Aanstaande maandag verlaten we Kroatië en steken we de Adriatische zee over naar Bari in Italië. Dat betekent echter wel dat we nog een paar honderd kilometer verder af moeten zakken naar he zuiden. We hebben onze overtocht namelijk geboekt vanuit Dubrovnik. Vanochtend vroeg hebben we een koel Velebit Nationaal Park verlaten en zijn we verder gereisd naar Omis, net onder Split. Hier staan we vandaag op Autocamp Sirena, een terrassencamping met direct uitzicht over de baai en de Adriatische zee. De camoing ligt een kleine 10 kilometer van de oude stad Omis verwijderd en omdat fietsen over de smalle kustweg zonder fietspad niet echt verstandig is, hebben we een Uber genomen.
Omiš is schilderachtig gelegen stad die aan de ene kant beschut ligt door de Adriatische kust en aan de andere kant hoge bergketens als bescherming heeft. Dit feit én de ligging aan de monding van de rivier de Cetina, zorgde ervoor dat Omiš door de eeuwen heen een strategisch belangrijke plek was. In de middeleeuwen verwierf Omiš beruchte faam als een piratenstad. De zogenaamde "corsairs van Omiš" waren gevreesde zeelieden die de Adriatische Zee onveilig maakten. Hun snelle en wendbare schepen konden zich snel terugtrekken in de monding van de Cetina, waardoor ze moeilijk te vangen waren. Ondanks pogingen van machtige tegenstanders zoals Venetië, Dubrovnik, Split en zelfs de paus, bleef Omiš lange tijd onafhankelijk. Pas in 1444 slaagde Venetië erin de stad te veroveren, mede dankzij de dreiging van het oprukkende Ottomaanse Rijk. Deze verovering betekende het einde van de piraterij en een omslag in de geschiedenis van de stad. Tijdens de Turkse dreiging in de 15e en 16e eeuw werd Omiš versterkt met stadsmuren en meerdere forten, waaronder Fortica (Starigrad) en Mirabella (Peovica). Deze verdedigingswerken boden bescherming tegen aanvallen van zowel land als zee. De ligging van Omiš in een smalle kloof tussen bergen en zee maakte het tot een moeilijk te veroveren vesting. De resten van die vesting liggen ook nu nog hoog boven de stad, op meerdere terrassen tegen de steile berghellingen op. Verder biedt de stad vooral wat de meste Kroatische kustplaatsen bieden: veel terrassen, restaurants, winkeltjes met toeristische souvenirs en dergelijke. Na een ijskoffie op een terras zijn we (opnieuw met een Uber) teruggereden naar de camping.
Een absoluut hoogtepunt in culinair opzicht zijn in Kroatië de aan het spit gegrilde speenvarkens. Vanavond stonden die op het menu van het restaurant op de camping en de gehele middag verspreidde de gril waar de dieren boven ronddraaiden al een heerlijke geur. Het bakken van zo'n speenvarken is een heel werk. Als het vlees mals op tafelmoet komen, is het zaak om het voortdurend in de smeren met een mengsel waarvan het hoofdbestanddeel bier is. Wij hebben ons deze lekkernij in ieder geval goed laten smaken. Morgen reizen we verder naar onze laatste stop in Kroatië, Dubrovnik!
Dag 15 Velebit national Parc
Na twee dagen aan de kust stond vandaag weer een wat meer activiteit gepland. We wilden een hike langs de Zavratnica kloof doen. Dit is een zeetong die een behoorlijk stuk landinwaarts reikt en daarmee veel weg heeft van de Scandinavische fjorden. De kloof staat te boek als een van de best bewaarde geheimen van Kroatië en deed zijn naam eer aan. Vanuit de route die we met de camper reden, was er geen manier om (verantwoord) bij de kloof in de buurt te komen. De Jadranska Magistrala, de D8 die als slingerende weg langs de kust voert, is weliswaar prachtig om te rijden, maar de weggetjes die verder naar de kust (en dus naar beneden) voeren zijn smal en voor een camper niet te doen. We hebben dus genoten van de heerlijke vergezichten en zijn verder gereden naar onze tweede bestemming van vandaag: het nationale Park Velebit.
Het park ligt in het noordelijke deel van het Velebit-gebergte, tussen de Adriatische kust en het binnenland van Lika-Senj. Het is een grillig en ruig gebied met grotten en kalksteenformaties dat zich uitstrekt over 145 km lengte en 30 km breedte, van Senj aan de Adriatische Zee tot aan de rivier Zrmanja De omgeving is ronduit indrukwekkend en de temperaturen zijn hier, zeker vandaag, heel wat minder heet dan aan de kust. Het Velebit-gebergte vormt namelijk een scheiding tussen een mediterraan klimaat aan de kust en een nat landklimaat in het binnenland. Temperaturen variëren van -28°C in de winter tot +28°C in de zomer. We hebben onze camper 'gestalt' op Eco Camp Rizvan City en hebben hiervandaan een mooie tocht van bijna vijftig kilometer gefietst langs de vele indrukwekkende landschappen. Na een stevige (vleesrijke) maaltijd in een restaurant een stukje fietsen bij de camperplek vandaan, zijn we snel de camper in gevlucht. De temperatuur daalt op deze hoogte snel, dus binnen is het heel wat aangenamer. Morgen reizen we verder door naar het zuiden en bezoeken we de stad Omis, net onder Split. Omdat de internetverbinding hier in de wldernis vrij slecht is, volgen de foto's van vandaag morgen pas.
Dag 13 en 14 Camp Kozica in Sibinj Krmpotski
Vandaag en morgen zullen we even wat minder bloggen. We zijn neergestreken op Camp Kozica in Sibinj Krmpotski. Hier gaan we gewoon twee dagen relaxen. Foto's plaatsen we natuurlijk wel!
Dag 12 Zagreb
Vandaag hebben we Hongarije verlaten en zijn we doorgereden naar Kroatië. De rit voerde opnieuw vooral door een landelijk gebied dat echt dunbevolkt is. Hongarije kent, in vergelijking met Nederland, een relatief lage bevolkingsdichtheid. Het aantal inwoners per vierkante kilometer ligt in Nederland op 523. In Hongarije zijn dat er slechts 104 en in Kroatië blijft dit aantal steken op 72. Het landschap werd onderweg werd dan ook gedomineerd door uitgestrekte landerijen, bossen en (hele) kleine dorpjes. De doorgaande wegen slingeren door dit landschap en met de camper betekende dit dat je soms geduldig moet zijn. Als er een vrachtwagen of tractor voor je rijdt, kun je kilometers lang niet inhalen en dan schiet het dus niet echt op. Volgens onze planning zouden we vandaag naar Samobor in het Noorden van Kroatië reizen. Daar wilden we gaan hiken in Pirode Zumberak, een bergachtig natuurgebied. De weersomstandigheden in de bergen waren echter minder dan verwacht, dus kozen we ervoor om Zagreb aan onze reis toe te voegen. Met wat minder weer kun je immers in een stad beter uit de voeten dan in de natuur.
We vonden een camperplaats op 13 kilometer van het centrum. Val-Travel Mini Camp wordt gerund door een Kroatisch-Nederlands gezin en ligt tussen de heuvels die om Zagreb heen liggen. Vanuit de camperplek namen we het openbaar vervoer naar de stad. De reis met bus en tram van ongeveer een uur kostte €3,20 retour per persoon. Daar kan het OV in Nederland nog eens een voorbeeld aan nemen!
Zagreb, de hoofdstad van Kroatië, kent een rijke en veelzijdige geschiedenis die teruggaat tot de middeleeuwen. De naam "Zagreb" werd voor het eerst genoemd in 1094, toen de Hongaarse koning Ladislaus de Heilige een bisdom stichtte op de heuvel Kaptol.
In 1242 verleende de Hongaarse koning Béla IV Zagreb een "Gouden Bul", waarmee de stad autonomie kreeg en het recht om markten en jaarmarkten te houden. Dit was een belangrijke stap in de ontwikkeling van Zagreb als economisch centrum, vooral na de verwoestingen door de Mongoolse invasie. Tijdens de eeuwen daarna groeide Zagreb gestaag en werd het een belangrijk cultureel en bestuurlijk centrum. Na de val van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk in 1918 werd in Zagreb de Staat van Slovenen, Kroaten en Serven uitgeroepen, een kortstondige politieke entiteit die later opging in het Koninkrijk Joegoslavië.
In de Tweede Wereldoorlog werd Zagreb het centrum van de Onafhankelijke Staat Kroatië, een fascistische marionettenstaat onder invloed van nazi-Duitsland en Italië. Na de oorlog, in 1945, werd de stad bevrijd door de partizanen en opgenomen in de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië. Een belangrijk moment in de moderne geschiedenis van Zagreb was op 25 juni 1991, toen het Kroatische parlement in Zagreb de onafhankelijkheid van Joegoslavië uitriep. Dit leidde tot de Kroatische Onafhankelijkheidsoorlog.
Vandaag de dag is Zagreb een levendige en moderne stad die op het moment van ons bezoek echter vooral gedomineerd werd door hijskranen en bouwputten, óók in het historische centrum, bestaande uit Kaptol en Gradec. Er wordt gewerkt aan de restauratie van de verschillende monumenten en van de kathedraal zijn zelfs de torenspitsen verwijderd (ook die worden klaarblijkelijk gerenoveerd).
Wij hebben dit keer vooral door de stad gewandeld, foto's gemaakt en wat gewinkeld. het was dus een rustige en ontspannen dag. Het hiken moet naar wachten tot een ander moment:)
Dag 11 Pecs
Na twee relatief rustige dagen zonder al te veel activiteiten, cultuur of natuur, zijn we vanochtend doorgereden naar het zuidelijk gelegen Pecs, onze laatste stop in Hongarije. Pécs ligt dicht bij de Kroatische grens en kent een rijke geschiedenis die teruggaat tot de Romeinse tijd. Onder de naam Sopianae was het een belangrijke stad in de Romeinse provincie Pannonië. Later werd het een centrum van christendom, islamitische cultuur en renaissancekunst. In 1367 werd hier de eerste universiteit van Hongarije gesticht, wat Pécs tot een intellectueel centrum maakte. Wij bezochten onder andere de Kathedraal. De resten van de eerste universiteit zijn hier behouden gebleven. Helaas was het erbij behorende museum op maandag gesloten. De Kathedraal zelf is overigens erg de moeite waard. De oorspring van het gebouw gaat terug naar de vierde eeuw 4e eeuw, toen er op deze plek al een vroegchristelijke basiliek stond. De huidige kathedraal werd grotendeels gebouwd in de 11e eeuw, na een grote brand in 1064. De bouw werd voortgezet onder koning Stefanus I en bisschop Maurus van Pécs. Toen Pecs in 1543 onder Turks bewind kwam, diende de kathedraal deels als moskee en deels als graanschuur, maar na de Turkse bezetting kreeg zij vanaf 1686 haar christelijke functie terug. In de negentiende eeuw kreeg de kerk haar huidige neo-romaanse stijl. Met het toegangskaartje kun je de kathedraal zelf, de indrukwekkende crypte en de toren bezoeken. Kortom: zeer de moeite waard.
Ook de Ottomaanse bezetting (16e–17e eeuw) heeft sporen achter gelaten. Moskeeën en badhuizen zijn vandaag nog steeds zichtbaar in het stadsbeeld. De Jakováli Hasszán Moskee met zijn minaret ligt een beetje aan de rand van het oude stadscentrum. Het koepelvormige bouwwerk met zijn minaret is de laatste decennia weer in gebruik als Islamitisch gebedshuis. De grotere (voormalige) moskee van Pascha Kassim Gasi ligt in het centrum van de stad aan het grote Széchenyi plein op de plek waar vóór de Turkse bezetting en kerk stond. Nadat de Turken verdreven waren werd de Moskee weer omgetoverd tot kerk. Vandaag de dag zijn de resten van de islamitische overheersing van Pecs terug te zien in de bouwwijze, de ornamenten en de inscripties in deze kerk. Zo is de islamitische gebedsnis behouden en doet de vormgeving en aankleding nog steeds Islamitisch aan. Om onze rondgang langs de grote wereldgodsdiensten te voltooien wandelende we ook nog langs de synagoge van de stad. Helaas was die echter niet toegankelijk op dit moment.
Met ons bezoek aan Pecs sluiten we meteen ook een dikke week Hongarije af. Morgen reizen we verder naar Kroatië. De kleinere steden hebben een behoorlijke indruk achter gelaten bij ons. en ook Budapest is een parel die je eigenlijk gewoon gezien moet hebben. Omdat we in het land vooral ook over binnenwegen gereden zijn, hebben we ook een indruk van het wijdse landschap, de natuur en de vele dorpjes gekregen. we hebben er echt van genoten en Hongarije is zeker een tweede bezoek waard.
Dag 10 Balatonfured (Balatonmeer)
Het zat er al en beetje aan te komen. Midden en Zuid-Oost Europa kregen vandaag te maken met slecht weer. We hebben dan ook serieus overwogen om al eerder dan gepland weg te rijden van het Balatonmeer en stabieler weer op te zoeken. Dat bleek, binnen redelijke rij afstand echter niet mogelijk. Het betere weer zat te ver zuidelijk, dus besloten we om van de regenachtige dag het beste te maken. Niet ver van de camperplaats lag de een veerhaven. Hier konden we de overtocht naar de noordelijke kant van het meer maken. Voor een aar Euro vaar je retour naar Tihany. aan de overkant namen we de bus richting Balatonfüred, een mondaine badplaats. de overtocht naar Tihany verliep nog redelijk droog. Tijdens het wachten op de bus regende het echter 'cats and dogs' en de regen vergezelde ons ook tijdens de busrit die een dik half uur duurde.
Balatonfüred is een charmante en historische badplaats aan de noordelijke oever van het Balatonmeer. Het is een van de oudste kuuroorden van Hongarije. Het feit dat kuren doorgaans iets is voor welgestelden, uit zich ondermeer in de elegante villa’s uit de 18e en 19e eeuw, klassieke kuurhotels en monumenten zoals het Anna Grand Hotel en het Kisfaludy Theater. De stad staat bekend om haar geneeskrachtige koolzuurhoudende bronnen wordt van oudsher vooral bezocht door mensen met hartklachten. Doordat de stad ook vandaag de dag nog veel bezocht wordt door toeristen, is er in ruime mate voorzien in hotels, restaurants, café's en winkeltjes. Wij kregen er dus prima een middag om. Op een van de foto's zien jullie de 'Eggs Benedict' waarmee we ons bezoek begonnen in een kleine lunchroom. Verde hebben we lekker kunnen wandelen door de stad en langs het meer, omdat het weer uiteindelijk weer opknapte.
Dag 9 Szantod (Balatonmeer)
Na de stedentrip ervaring in Budapest, staan vandaag en morgen in het teken van uitrusten en ontspannen. We zijn vanochtend van in de richting van het Balatonmeer gereden. Online hebben we contact gehad met de eigenaresse van B&B Camperparking in Szantod aan de zuidelijke over van het meer. De reis van Budapest naar Szantod was, zeker afgemeten aan de afgelopen week, kort. Na anderhalf uur draaiden we de camperplek op waar we hartelijk werden ontvangen. B&B camperparking is een eenvoudige camperplek voor 8 campers, die van alle gemakken voorzien is. De eigenaresse en haar man zijn heel gastvriendelijk en helpen waar ze kunnen. Het Balatonmeer ligt op en paar minuten lopen. Na een fietstochtje in de omgeving hebben we de middag aan het meer doorgebracht. De afgelopen dagen leek het weer om te gaan slaan en vandaag was dat voor het erst ook echt merkbaar. Er was meer bewolking en het leek te gaan regenen. Dat gebeurde vandaag nog niet, maar de voorspellingen voor vannacht en morgen overdag zijn alles behalve rooskleurig. We hebben de camper vanavond dus in ieder geval reis klaar gemaakt. Mocht het weer morgen echt te slecht zijn, dan reizen we eerder dan gepland verder door naar het zuiden.
Over het Balatonmeer
Het Balatonmeer is miljoenen jaren geleden ontstaan door bewegingen in de aardkorst. Deze bewegingen zorgden voor verzakkingen in het landschap, waarin zich later water verzamelde. Het meer is relatief ondiep, met een gemiddelde diepte van slechts 3 meter en een maximale diepte van 12 meter. Dat betekent anno 2025 dag je ver het meer in kunt lopen en op veel plaatsen nog steeds maar tot aan de knieën nat wordt. Het meer wordt voornamelijk gevoed door de rivier de Zala en heeft slechts één afvoer via het Sió-kanaal. Er is dus geen natuurlijke afvoer naar zee, waardoor het waterpeil sterk afhankelijk is van neerslag en verdamping
De noordelijke oever van het meer is bijzonder interessant vanwege de uitgedoofde vulkanen. Deze vulkanische activiteit heeft geleid tot een landschap met basaltheuvels, waarop tegenwoordig wijnbouw plaatsvindt. De vulkanische oorsprong van deze heuvels draagt bij aan de vruchtbaarheid van de bodem.
Dag 8 Budapest
Onze derde en laatste dag in de Hongaarse hoofdstad Budapest stond in het teken van de meer recente geschiedenis. We bezochten de Joodse wijk met de grote synagoge, het Joods historisch museum en het holocaust museum. Daarnaast bezochten we ook het monument van de 'schoenen aan de Donau en maakten we een boottocht over die zelfde Donau waar we de markante hoogtepunten van de afgelopen dagen nog eens vanuit een ander perspectief zagen.
Als je door de Joodse wijk wandelt, kun je niet om de indrukwekkende Grote Synagoge aan de Dohánystraat heen. Het gekke is dat je dit enorme gebouw vaak zonder het te weten passeert, Het plein eromheen is omzoomd met hoge bomen die het zicht op de voorgevel van de synagoge enigszins wegnemen. Toch maakt het gebouw ook van buiten door de unieke combinatie van stijlen al indruk.
De Grote Synagoge is de grootste van Europa en de op één na grootste ter wereld (de grootste synagoge ter wereld is de Tempel Emanu-El in New York City). Ze biedt plaats aan ongeveer 3.000 mensen en werd gebouwd tussen 1854 en 1859 naar een ontwerp van de Weense architect Ludwig Förster. De stijl is Moors, met invloeden uit Babylonische, Assyrische, Egyptische en Turkse architectuur. In die zin doet het bouwwerk, zeker van de buitenkant, denken aan gebouwen in Andalusië in Spanje (bijvoorbeeld de Mezquita in Cordoba).
De synagoge staat in het hart van de voormalige Joodse wijk van Boedapest, waar al sinds de 14e eeuw Joden woonden. In de 19e eeuw groeide de Joodse gemeenschap sterk, wat leidde tot de bouw van deze grote tempel. Het gebouw weerspiegelt de neologe stroming binnen het Jodendom, die een meer liberale benadering van religie combineert met respect voor traditie.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de synagoge zwaar beschadigd. De nazi-gezinde Arrow Cross-partij gebruikte het gebouw als hoofdkwartier, en het werd zelfs tijdelijk als stal gebruikt. De omgeving werd het centrum van het getto van Boedapest, waar duizenden Joden onder erbarmelijke omstandigheden leefden. Hoewel er nagenoeg geen Joden uit het getto gedeporteerd werden, overleefden bijna 3000 bewoners de verschrikkingen binnen het ommuurde getto niet. Bij gebrek aan begraafplaatsen werden veel van deze mensen in massagraven gelegd, in de tuinen van de Synagoge. Het is dan ook niet vreemd dat deze tuinen en de omgeving van de synagoge verschillende beelden en andere objecten bevatten die als gedenkteken herinneren aan deze zwarte pagina van geschiedenis van de Joden in Hongarije. Het Holocaustmonument in de vorm van een metalen treurwilg met namen van slachtoffers op de bladeren, is in die zin een indrukwekkend voorbeeld van het herinneren en het herdenken.
We deden vandaag een begeleide rondleiding door de synagoge en de omgeving ervan. Daarna bezochten we de tentoonstelling over het Getto van Budapest in de kelder van de synagoge. Op deze plek wil ik toch een opmerking maken over onze eigen perceptie. Het getto van Budapest was een ommuurde afgesloten omgeving waar de bewoners niet uit konden. Voedsel, brandstof, schoon water en andere eerste levensbehoeften kwamen het getto niet in, waardoor mensen stierven van de honger, ziektes, onderkoeling en andere ontberingen. Het is voor ons onbegrijpelijk dat een volk dat deze geschiedenis heeft, hetzelfde patroon nu herhaalt in Gaza maar nu niet meer als slachtoffer, maar als dader. Het toont aan hoe hardleers de mensheid is........
Na de lunch wandelende we naar het Monument van de Schoenen aan de Donau in Boedapest, een van de meest aangrijpende herdenkingsplekken van de stad. Het ligt aan de oever van de Donau, vlak bij het Hongaarse parlementsgebouw, en bestaat uit 60 paar metalen schoenen — heren-, dames- en kinderschoenen — die ogenschijnlijk achteloos op de kade zijn achtergelaten. De schoenen symboliseren de Joodse slachtoffers die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de fascistische Pijlkruispartij (de Hongaarse equivalent van de nazi’s) werden geëxecuteerd. De slachtoffers werden gedwongen hun schoenen uit te trekken voordat ze aan de rand van de kade werden doodgeschoten. Hun lichamen vielen vervolgens in de Donau en werden door de stroming meegenomen. Het is bijna onvoorstelbaar hoe groot het leed van de mensen in die tijd moet zijn geweest. Dood en verderf waren vaste begeleiders van het leven van alle dag, iets dat wij ons nu alleen voor kunnen stellen door vergelijkbare situaties elders in de wereld.
We sloten onze laatste dag in de Hongaarse hoofdstad af met een boottocht over de Donau. (kijk voor een korte impressie op https://youtu.be/rzMMQo-21oM) Hiervandaan kregen we een prachtig uitzicht op het parlementsgebouw aan de Pest kant en de burcht van Buda en het Vissersbastion aan de andere (Buda) kant. Het parlementsgebouw zelf hebben we helaas niet meer kunnen bezoeken en ook de omgeving was hermetisch afgesloten omdat er klaarblijkelijk binnen iets gaande was.
Budapest was ons bezoek meer dan waard en we komen hier zeker nog een keer terug. Om alles te kunnen zien was ons bezoek veel te kort. Morgen reizen we verder naar het zuiden en 'rusten we uit' aan het Balatonmeer.
Dag 7 Budapest
Onze tweede dag in Budapest begonnen we al vroeg in de grote markthallen van de stad. Het idee voor een grote overdekte markthal ontstond midden van de zestiger jaren van de 19e eeuw toen de voedselvoorziening in Boedapest steeds chaotischer werd, maar pas In 1879 werd een plan opgesteld om meerdere markthallen in de stad te bouwen, met als doel voedselveiligheid en hygiëne te verbeteren. De Hongaarse architect Samu Pecz ontwierp het gebouw, dat in 1897 werd voltooid en geopend. De markthal is gebouwd in neogotische stijl, met een opvallende façade en een kleurrijk dak bedekt met tegels uit de plaats Pécs, waar we later nog naartoe zullen reizen. De Grote Markthal is niet alleen een plek om boodschappen te doen, maar ook een symbool van de modernisering van Boedapest aan het einde van de 19e eeuw. Het was de eerste van vijf grote markthallen die in die periode werden gebouwd om de voedselvoorziening van de snelgroeiende hoofdstad te verbeteren.
van de Markthallen liepen we naar het volgende hoogtepunt van de stad: de Sint Stefanus Basiliek. Deze gigantische kerk, waarvan de bouw meer dan een halve eeuw in beslag nam, is een van de meest indrukwekkende religieuze bouwwerken van Hongarije, Hoewel het bouwwerk anders doet vermoeden, dateert het uit de negentiende eeuw. De bouw startte in 1851 en de inwijding was zelfs pas aan het begin van de twintigste eeuw. Dat de bouw zo lang in beslag nam, kwam vooral door een grote tegenslag. Tijdens de bouw, in 1868 stortte de koepel in, wat leidde tot een bijna volledige herbouw van de kerk. De basiliek is 96 meter hoog, net als het Hongaarse parlementsgebouw. Deze gelijke hoogte symboliseert de gelijkwaardigheid van kerk en staat in Hongarije. De kerk is gewijd aan Sint Stefanus, de eerste koning van Hongarije, wiens rechter hand als relikwie in de kerk bewaard wordt. van de vele kerken die we op onze reizen al zagen is dit wel een van de meest rijk versierde exemplaren waar aan bladgoud niet gespaard werd. We deden en rondleiding met een audioguide en we beklommen de trappen naar het terras van de koepel van de kerk. Dat leverde weer mooie plaatjes op.
Na de lunch gingen wij naar de andere Donau oever, naar Buda. Hier liggen het paleis van Buda, de presidentiële ambtswoning en het VIssersbastion. met name rondom het paleis vinden op dit moment omvangrijke restauratiewerkzaamheden plaats. Daardoor kregen we, niet echt en goede indruk van dit deel van de Buda zijde. met name het vissersbastion met de Matthiaskerk en de omliggende gebouwen met de felle tegels op het dak, maakten echter veel goed.
we hebben de dag vandaag afgeslote in een van de ruïne bars die Budapest rijk is. De eerste ruïnebars verschenen in het begin van de jaren 2000, in het zevende district van Boedapest, met name in de Joodse wijk. Deze wijk had veel vervallen en leegstaande gebouwen na de val van het communisme, die niet meteen werden gerenoveerd of gesloopt. Creatieve jongeren, kunstenaars en ondernemers zagen hierin een kans: ze begonnen bars in deze gebouwen zonder grote renovaties, met gerecyclede meubels, graffiti, en een bohemien sfeer. De bar waar wij waren lag deels in een vervallen gebouw en deels in de binnenplaats achter het gebouw. De bestond uit zo'n beetje alles dat men heeft kunnen vinden en dat maakt het tot een heerlijk allegaartje. In de bar speelde een band en dat droeg alleen nog maar bij aan de sfeer. Dit is zeker voor herhaling vatbaar!!
Dag 6 Bokod en de eerste dag in Budapest
vandaag was voor wat betreft het aantal reiskilometers een korte dag, We reden eerst van Tata naar het vijfentwintig kilometer verderop gelegen Bokod en daarna ging de reis met een dikken 80 kilometer verder naar Onze camperplek midden in het centrum van Budapest.
Bokod is een onderschat pareltje in west Hongarije. Op het eerste gezicht is het een rustige, landelijke gemeenschap, maar dan wel met een verrassende en unieke trekpleister: het drijvende dorp op het Bokodmeer. Een bijzondere plek, waar houten huisjes op steigers boven het water lijken te zweven. Het feit dat de huisjes daadwerkelijk bewoond worden, geeft het bezoeken van deze mooie plek iets voyeuristisch. Je kijkt immers bijna bij de bewoners naar binnen als je erg dicht bij komt. Wij kozen, mede om die reden, voor een plekje iets verderop en maakte foto's met de drone. Daarna zijn we toch even iets verder gelopen. Op de kaart hadden we gezien dat er in een van de huisjes een café lag en dat bleek te kloppen. Midden tussen uitgestalde gereedschappen, drankflessen en andere rommel, ontving de eigenaar ons gastvrij. We dronken een kop koffie op een vlonder achter het huis en genoten van het uitzicht over het meer van Bokod. Toen we wilden betalen, wees de eigenaar op een glazen pot. Er was geen prijs voor de koffie. de vrije gave in die pot was voldoende. We 'rekenden af' en gingen terug naar onze camper. Die hadden we, om parkeerproblemen te voorkomen, in het dorp zelf geparkeerd. De wandeling van twee kilometer was in de vroege ochtendzon. zeker geen straf.
Kijk voor een videoimpressie van Bokod op de volgende link: https://youtu.be/1fPlqHh8evY
Na ons bezoek aan Bokod reden we verder naar Budapest, waar we de komende dagen zullen verblijven. We overnachten op Haller Camping Budapest, vijf metrohaltes van het hart van de stad vandaan. Dat betekende wél dat we met e camper een stuk de stad in moesten. Het viel ons op dat het, ondanks de drukte van een hoofdstad, allemaal heel gemoedelijk verliep. Geen getoeter, geen scheldenden mede weggebruikers, dat hebben we op andere plekken ook al eens anders meegemaakt.
De middag brachten we door in de stad waar we met een bus een eerste indruk kregen. De komende dagen gaan we dieper de stad in en bekijken we de hoogtepunten van deze stad, die nu al een behoorlijke indruk achter gelaten heeft.
Een stukje geschiedenis....
De geschiedenis van Boedapest gaat terug tot in de oudheid. Wat we vandaag kennen als één stad, was ooit een drietal: Buda, Óbuda en Pest. Pas in 1873 werden deze drie samengevoegd tot het huidige Boedapest. Maar de wortels van de stad reiken veel verder terug – tot de Romeinen, de Ottomanen, de Habsburgers en de revoluties van de 20e eeuw.
De eerste grote nederzetting in het gebied was Aquincum, gesticht door de Romeinen rond de 1e eeuw na Christus in het huidige Óbuda. Het diende als militaire basis en later als hoofdstad van de Romeinse provincie Pannonia Inferior. Een van de bezienswaardigheden ie we willen bezoeken zijn dan ook de Romeinse ruïnes.
Na de val van het Romeinse Rijk werd het gebied bewoond door verschillende volkeren, waaronder de Hunnen, Avaren en uiteindelijk de Magyaren. In 1000 werd Stefanus I gekroond tot de eerste koning van Hongarije, waarmee het christelijke koninkrijk Hongarije werd gesticht.
In de 13e eeuw, na de Mongoolse invasie, liet koning Béla IV de vesting van Buda bouwen op de westelijke oever van de Donau. Buda groeide uit tot een koninklijke residentie, terwijl Pest aan de oostelijke oever zich ontwikkelde als handelscentrum.
In 1541 werd Buda ingenomen door de Ottomanen die de daaropvolgende 150 jaar de baas in de stad zouden blijven. Badhuizen, Moskeeën en minaretten getuigen van deze periode. Pest en Óbuda werden grotendeels verlaten of verwoest. In 1686 heroverden de Habsburgers de stad, waarna een periode van wederopbouw en barokke pracht aanbrak. Boedapest werd een belangrijk centrum binnen het Habsburgse rijk. In 1873 werden Buda, Óbuda en Pest officieel samengevoegd tot één stad: Boedapest. De stad beleefde een ware bloeiperiode. Monumentale bouwwerken zoals het Parlementsgebouw, de Kettingbrug, de Andrássyboulevard en het Heldenplein stammen uit deze tijd. Boedapest werd een moderne metropool met grandeur die kon wedijveren met Wenen en Parijs.
De 20e eeuw bracht grote omwentelingen. Na de Eerste Wereldoorlog verloor Hongarije tweederde van zijn grondgebied door het Verdrag van Trianon (1920). Tijdens de Tweede Wereldoorlog leed Boedapest zwaar onder bombardementen en het Beleg van Boedapest (1944–1945), waarbij grote delen van de stad werden verwoest. Na de oorlog kwam Hongarije onder communistisch bewind. In 1956 brak een opstand uit tegen het Sovjetregime, die bloedig werd neergeslagen. Toch bleef Boedapest een centrum van verzet en intellectueel leven. Na de oorlog kwam Hongarije onder communistisch bewind. In 1956 brak een opstand uit tegen het Sovjetregime, die bloedig werd neergeslagen. Toch bleef Boedapest een centrum van verzet en intellectueel leven.
Dag 5 Pannonhalma en Tata
Vandaag zijn we verder Hongarije ingereden, op weg naar Tata dicht bij Budapest. Onderweg bezochten we echter eerst de abdij van Pannonhalma. Deze abdij die dateert uit 996 ligt in het westen van Hongarije, met uitzicht over de omliggende wijngaarden en bossen. Het is een van de oudste en meest indrukwekkende kloosters van Europa. Wat meteen opvalt bij een bezoek aan deze abdij is het feit dat men de oude resten zorgvuldig geconserveerd heeft, maar dan we zo dat de nieuwe constructies ook de komende eeuwen kunnen doorstaan. De abdij werd gesticht door vorst Géza, die de benedictijnen uitnodigde om zich op deze heilige heuvel te vestigen. Zijn zoon, Stefanus I, de eerste koning van Hongarije, ondersteunde het klooster met land en privileges. De plek werd al snel een belangrijk religieus en cultureel centrum. De heuvel stond bekend als de Heilige Berg van Pannonië (Mons Sacer Pannoniae), en volgens de overlevering werd Sint-Maarten van Tours hier geboren, wat de spirituele betekenis van de locatie versterkt.
De abdij is een fascinerende mix van bouwstijlen, van romaanse fundamenten tot gotische kruisgangen en barokke refters. De basiliek met crypte, gebouwd in de 13e eeuw, vormt het hart van het complex. Het godshuis is in die zin bijzonder dat het de rangen en standen van de middeleeuwen weerspiegelt in de bouw van het centrale middenschip. Het hoogste deel, bij het altaar, is voor de geestelijkheid. Het iets lager gelegen middengedeelte was bestemd voor de adel, terwijl het laagste deel achterin bestemd was voor burgers. Andere hoogtepunten van de basiliek zijn de Porta Speciosa, een rijk versierde toegangspoort die de kruisgang van de abdij verbindt met de kerk. In deze kruisgang zijn authentieke, vroegmiddeleeuwse, muurschilderingen te bewonderen.
Een ander hoogtepunt was tijdens ons bezoek helaas gesloten. De bibliotheek, met meer dan 400.000 werken, waaronder middeleeuwse codices en de oudste documenten in het Hongaars, heeft namelijk last van broodkevers die de oude boeken letterlijk opvreten. Dit euvel moet de komende maanden opgelost worden en daardoor was de bibliotheek niet toegankelijk.
Na het bezoek aan de abdij zelf, wandelenden we naar de lager gelegen kruiden en lavendeltuin. Hier werden (en worden) lavendel en andere kruiden verwerkt tot etherische oliën. Het proces was toevallig net in volle gang, dus we kunnen ons nu een beeld maken van de enorme hoeveelheid lavendel die nodig is om de olie te vervaardigen.
Onze overnachtingsplaats voor vandaag is Tata. De stad staat ook wel bekend als de stad van de meren. Met haar schilderachtige ligging aan het Öreg-tó (Oude Meer), historische kastelen, barokke gebouwen en groene is het zeker geen straf om de middag, avond en nacht hier door te brengen.
Tata werd voor het eerst genoemd in 1221 onder de naam Tota. In de 15e eeuw kreeg de stad een belangrijke rol onder koning Sigismund, die de burcht van Tata liet bouwen. Later werd het kasteel in laatgotische stijl herbouwd door koning Matthias Corvinus. Tijdens de Ottomaanse bezetting in de 16e eeuw werd het kasteel ingenomen en beschadigd, maar het bleef een strategisch bolwerk tot het eind van de 17e eeuw, toen het in Habsburgse handen kwam.
In de 18e eeuw kwam Tata in het bezit van de invloedrijke familie Esterházy, die het landschap liet herinrichten en het Öregmeer zijn huidige vorm gaf. De stad ontwikkelde zich verder in de 19e eeuw met de aanleg van spoorwegen en de samensmelting met het nabijgelegen Tóváros.
Wij hebben de middag doorgebracht rond het meer waar heerlijk langs de oevers en dor de bossen fietsten. Na een welverdiend drankje aan de ene kant, zijn we overgestoken naar de andere over waar de meeste bezienswaardigheden liggen. Wij kozen voor de wat minder bekende "biertoren" een toren uit de vorige eeuw waarvan ons de relatie met bier niet helemaal duidelijk was of het moet al zo zijn dat je na de de vele trappen die naar de top toeleiden, echt wel toe bent aan een drankje. vanuit de top van de toren zie je Tata en omgeving en dat levert mooie foto's op. Morgen gaat onze reis verder naar de hoofdstad van Hongarije: Budapest!
Dag 4 Sopron
Vanuit Linz zijn we vandaag verder gereden naar onze eerste stop in Hongarije en dat is meteen een verborgen schat. Gelegen aan de voet van het Löver gebergte ligt Sopron, een van de oudste en meest sfeervolle steden van Hongarije.
Ook Sopron heeft een Romeins verleden. De resten van Scrabantia, zoals de stad toen heette zijn vooral nog zichtbaar in delen van de stadsmuur. Een wandeling rondom die muren vertelt het verhaal van de stad vanaf de Romeinse bezetting. In de kelders van het gebouw van de toeristische informatie hebben we de resten van het Romeinse Forum bekeken. Dit antieke marktplein heeft veel weg van het forum in Pompeii, al zijn de afmetingen vele malen kleiner. Door de stad heen zijn goed geconserveerde romeinse resten te zien. Daarnaast is het oude centrum bezaaid met barokke koopmanshuizen en paleizen die duiden op de bloeitijd in de zeventiende en achttiende eeuw, toen de handel hoogtij vierde. Wat we erg mooi vonden is dat deze huizen door de jaren heen weliswaar gemoderniseerd zijn, maar dat steeds authentieke elementen bewust uit het nieuwe pleisterwerk te voorschijn komen.
De nabijheid van de Oostenrijkse grens heeft door de eeuwen heen een belangrijke rol gespeeld. In 1921 spraken de bewoners van de stad zich echter uit vóór Hongarije en niet voor Oostenrijk. Sindsdien draagt de stad met trots de naam “de meest trouwe stad”.
Het hart van Sopron is natuurlijk de oude binnenstad, een wirwar van geplaveide straatjes, kleurrijke gevels en verborgen binnenplaatsen. Op het centrale Fő tér (Hoofdplein) vind je het statige stadhuis, het Storno-huis en de sierlijke Heilige Drie-eenheidszuil, opgericht na de pestepidemie van 1701.
Dé blikvanger van de stad is de Brandtoren (Tűztorony), gebouwd op Romeinse fundamenten. Deze toren diende eeuwenlang als uitkijkpost en symbool van waakzaamheid. Na het beklimmen van de 200 treden werden we beloond met een panoramisch uitzicht over de stad dat zeker loonde.
Net als Linz is Sopron voor veel reizigers niet meer dan een naam op de borden langs de snelweg. De stad is echter zeker een bezoek waard, zeker voor mensen die van geschiedenis en oude architectuur houden. Wel even een waarschuwing. Wij waren er vandaag (op maandag) en dan zijn de meeste musea dicht. de stad heeft ook zonder die musea veel te bieden, maar mét geopende deuren neemt de toeristische waarde alleen maar toe!
Dag 3 Linz
Op deze derde reisdag hebben we Duitsland verlaten en zijn we, de Donau volgend, uitgekomen in Linz in Oostenrijk. De stad begon ooit, onder de naam Lentia, als een Romeinde nederzetting en was later door de strategische ligging aan de Donau een belangrijke handels- en bestuursplaats in het Heilige Roomse Rijk. In de 15e eeuw bereikt de stad haar hoogtepunt toen ze Onder keizer Frederik III van Habsburg residentiestad werd. Hierdoor werd Linz (zij het maar voor korte tijd) het centrum van het Habsburgse rijk.
De beroemde wiskundige Johannes Kepler werkte tussen 1612 en 1626 in Linz. Hier formuleerde hij zijn derde wet van de planeetbewegingen. Zijn naam leeft voort in de Johannes Kepler Universiteit, een van de belangrijkste onderwijsinstellingen van de stad
Linz speelde een controversiële rol tijdens de Tweede Wereldoorlog. Adolf Hitler bracht een deel van zijn jeugd door in Linz en had grootse plannen voor de stad, waaronder de bouw van een kunstmuseum – waarvan alleen de Nibelungenbrug werd gerealiseerd. De stad werd een centrum voor de productie van staal en chemische producten voor de nazi-oorlogsmachine. In de nabijheid lag het beruchte concentratiekamp Mauthausen-Gusen
Linz is vandaag de dag verrassend groen. De Pöstlingberg, een heuvel aan de rand van de stad, biedt een panoramisch uitzicht over de Donau en de stad. Wij namen de Postlinger Bergbahn naar boven. Deze tram gaart steil de heuvels in en komt uiteindelijk 550 meter oven de stad uit. Hiervandaan wacht een prachtig uitzicht en een charmante basiliek.
Verder heeft Linz eigenlijk alles wat je van een stad in Oostenrijk verwacht. Mooi vakwerkhuizen, veel (heel veel) kerken en mooie pleinen met terrassen. Onze camper staat vandaag op camping Hofmühle in Ottensheim, een kleine 11 kilometer van Linz vandaan. Met de fiets ben je er echter zo. De Donau Radweg verbindt de camping op een aangename manier met de stad.
Dag 2 Ingolstadt
De kilometers van Aschaffenburg naar Ingolstadt bleken vandaag een ware uitdaging. Wegwerkzaamheden, ongevallen en andere verkeersongemakken zorgden voor de nodige vertraging. De kleine 300 kilometer kostten daarom iets langer dan verwacht. Gelukkig leidde de navigatie ons om de grootste problemen heen en waren we rond het middaguur op onze bestemming: de parkeerplaats bij het zwembad van Ingolstadt. Hier sta je met je camper, achter een slagboom, voor 6 euro per dag inclusief elektriciteit. Water is er ook, al moet dat apart afgerekend worden. Sanitair ontbreekt, maar dat is dan voor de meeste camperaars weer geen probleem.
Omdat we vandaag en ook de komende dagen nog best wat kilometers overbruggen, zijn we de rest van de dag neergestreken in de Donau Terme een zwembad met een groot en luxe sauna landschap. Niet verkeerd om een middagje in de zomerzon in de tuin van dit complex door te brengen!!
Van Ingolstadt zelf hebben we niet zoveel gezien, behave dan dat de stad onmiskenbaar aan die schöne blaue Donau ligt en dat het de, de thuisbasis van autofabrikant Audi is (de vele reclames maken dat goed duidelijk). De stad herbergt de uit 1472 daterende oudste universiteit van Duitsland. Onze wandeling terig van de sauna naar de camperplaats leidde door de Altstadt met haar gotische kerken, barokke gevels en gezellige pleinen. Hoewel Ingolstadt niet de typische toeristische trekpleister is, doen reizigers met meer tijd er goed aan om er toch een dag voor uit te trekken.
Dag 1 Aschaffenburg (D)
Vandaag staat onze camper in Aschaffenburg, aan de schilderachtige oevers van de Main, Het is een charmante stad die vaak liefkozend het “Bayerisch Nizza” genoemd vanwege het milde klimaat en mediterrane sfeer. Tegelijkertijd is Aschaffenburg óók een stad met koninklijke allure. Het pronkstuk van Aschaffenburg is zonder twijfel Schloss Johannisburg, een imposant renaissancekasteel dat hoog boven de rivier de Main uittorent. Het werd gebouwd tussen 1605 en 1614 en diende als zomerresidentie van de prins-bisschoppen van Mainz. we hebben een wandeling gemaakt door de paleistuinen en het slot van buiten bekeken. Voor en rondleiding was de tijd helaas te kort.
Niet ver van het kasteel ligt het Pompejanum, een reconstructie van een Romeinse villa uit Pompeï, gebouwd in de 19e eeuw op initiatief van koning Ludwig I van Beieren. Aangezien we eerder in Pompeii waren en de ruïnes van exact deze villa gezien hebben, maakte de reconstructie echt wel indruk. Het bouwwerk laat zien hoe groot de fascinatie voor de klassieke oudheid in de negentiende eeuw was en het biedt een daarnaast óók nog een fascinerende inkijk in het leven van de Romeinse elite.
Het slot en het Pompejanum zijn zonder twijfel twee hoogtepunten van Aschaffenburg. De 'Altstadt' het oude gedeelte van de stad aan de voet van de heuvel waarop het slot ligt, is met zijn vele kerken zeker ook de moeite van en wandeling waard. Morgen vervolgen wij onze roadtrip in de verder in Zuidoostelijke richting. Doel is Ingolstadt, onze laatste stop voordat we Duitsland verlaten.
Dag 0 (voor vetrek)
Morgen is het zover: de zomer roadtrip naar Los en Zuid-Oost Europa en de laars van Italië kan beginnen. De camper is ingepakt en gewogen en ondanks het feit dat we iets te zwaar zijn (we mogen met een B- rijbewijs immers maar 3500 kg wegen) kijken we met veel vertrouwen naar deze reis. we zullen via midden en Zuid Duitsland en Oostenrijk in drie dagen naar Hongarije reizen. Daar bezoeken we een aantal hoogtepunten van in het westen van het land en gaan we uitgebreid kennis maken met Boedapest. Via Pesc aan de Zuidgrens reizen we vervolgens langs de Kroatische kust naar Dubrovnik. Daar gaan we met het veer over naar Bari in Italië. Het tweede deel van de reis brengen we door in Puglia. Tenslotte vervolgen we de reis langs de Italiaanse westkust , het noorden van het land en Zwitserland, naar de Bodensee in Duitsland. Daarvandaan reizen we dan terug naar Nederland. We proberen ook dit jaar weer een blog met foto's en filmpjes bij te houden. deze zijn te zien op deze website en op gezette tijden via een link ook op social media. Wij hebben er zin in!!!