Het is weer zover: we zijn onderweg!! Vanaf vandaag proberen we om in regelmatige afstanden van twee of drie dagen een blog bij te houden. We nemen jullie meer op reis naar Frankrijk, Spanje en Portugal. Vragen, opmerkingen of suggesties zijn natuurlijk welkom!!!

Donderdag 27 juli 2023: Honfleur

Onze eerste stop op weg naar het zuiden is de West Franse Kustplaats Honfleur. Eigenlijk was dit niet de bedoeling. Onze reis zou via Leuven naar Atrecht (het Noord Franse Arras) gaan, maar de weersomstandigheden waren zo slecht dat we besloten om het eerste deel van onze reis aan te passen. We reden ruim 600 kilometer en kwamen dus uit in Honfleur. Deze stad ligt in de regio Calvados in het hart van Normandië. Vanuit het noorden gezien ligt de stad aan de imposante pond Normandie, een brug over de monding va de Seine die twee delen van het vaste land met elkaar verbindt. De stad is gebouwd rondom en oude havenkom waaraan vandaag de dag talloze restaurants liggen. Hoewel de regio rondom Honfleur al in de Romeinse tijd bevolkt moet zijn geweest, duurt het tot de middeleeuwen voordat de stad voor het eerst officieel genoemd wordt. In die tijd was Honfleur en belangrijke haven waar goederen verscheept werden met als bestemming Engeland. De strategische ligging aan de monding van de Seine zorgde ervoor dat de stad versterkt werd. Honfleur bewaakte zo de toegang tot de enige waterweg die rechtstreeks naar het hart van Frankrijk voerde: Parijs! Die strategische ligging kwam goed tot uiting in de honderdjarige oorlog, toen de stad opnieuw versterkt werd. Dit kon echter niet vermijden dat de Engelsen de stad in 1357 en 1419 toch innamen.
Na de honderdjarige oorlog bleef Honfleur van belang door de scheepsbouw en (later) de visserij. Een wandeling door de stad leert nu vooral dat de oude, middeleeuwse gebouwen goed bewaard zijn gebleven, maar dat de hedendaagse kunst minstens even belangrijk is. De ene na de andere kunstgalerij schreeuwt bijna om de aandacht van de toeristen die de stad vooral in de zomer bevolken. Voor ons was deze eerste overnachtingsplaats een onverwacht cadeautje op een verder vooral regenachtige eerste vakantiedag.


Vrijdag 28 juli 2023: Le Mont Saint Michel
Eigenlijk zouden we vandaag iets verder naar het noorden gereden zijn, naar Boulogne Sur Mere. De weersverwachtingen zo ver noordelijk waren echter zo slecht dat we besloten om deze stad over te slaan en meteen door te rijden naar het veel zuidelijke gelegen Le Mont Saint Michel. Dit betekende meteen ook dat we Saint Pierre en Port (met zijn krijtrotsen aan de kust) en Le Brevedent) ook over slaan. Daar staat tegenover dat we vandaag meteen het eerste échte hoogtepunt van deze reis op het programma hadden staan: een bezoek aan Le Mont Saint Michel.
Al bij het naderen van het eiland zie je hoe bijzonder en mooi deze plek is. De rotsen, met daarop het dorp en de abdij, liggen in een gebied met getijdebanken. Bij laag water vallen deze banken droog en kun je door het natte zand naar het eiland lopen. Maar let op: het hoog water kan heel snel op komen zetten. De geulen vullen zich en snijden de weg naar droge voeten af. De meer zekere route is dus de hoger gelegen weg.
Het eiland heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de 8e eeuw en heeft door de eeuwen heen dienst gedaan als een strategisch fort, klooster en bedevaartsoord. Tegenwoordig is Le Mont Saint-Michel een UNESCO-werelderfgoed en een populaire toeristische bestemming, met smalle straatjes, charmante winkels en gezellige restaurants. Vanaf het moment dat je onder de stadspoort doorloopt, waan je jezelf in een andere tijd. Een bezoek aan de abdij is, zeker met een audioguide, een echte aanrader. Vanaf de abdij heb je dan weer een schitterend uitzicht over de baai en de kuststrook. We overnachten vandaag op camping Mont Saint Michel, meten aan de zeeweg naar het eiland toe. Nadat we vanmiddag de abdij bezochten, zijn we vanavond, bij het vallen van de duisternis, weer naar het eiland gegaan om te dwalen door de nauwe steegjes en te genieten van de het eiland dat fel verlicht in de baai ligt. Morgen gaan we weer verder zuidelijk. Vanmiddag was het weer heerlijk. Aangename temperaturen, geen wind en veel zon, zorgden voor een echt vakantiegevoel. We bekijken later vanavond waar we morgen naartoe gaan. Vooralsnog liggen we een dag voor op onze planning, dus dat biedt de mogelijkheid om nog wat extra plaatsen te bezoeken.





Zaterdag 29 juli 2023: Chateaubriand en Nantes
Voor het eerste deel van de etappe van vandaag hebben we de kust even achter ons gelaten om een bezoek te brengen aan Chateaubriant, een dikke vijftig kilometer onder Rennes. De stad is vernoemd naar het kasteel dat prominent aanwezig is in het centrum. In de Middeleeuwen was Chateaubriant een belangrijk militair bolwerk vanwege zijn strategische ligging aan de rivier de Chère. De oudste delen van het kasteel dateren uit de dertiende eeuw, maar ook daarvoor stond er al een houten bouwwerk dat voor de verdediging van het omliggende gebied gebruikt werd. Het imposante kasteel speelde een cruciale rol in de geschiedenis van Frankrijk en werd gebruikt door verschillende koningen en edelen. Het was eeuwenlang het centrum van de Bretonse macht die zich verzette tegen Frankrijk. In de loop van de eeuwen werd het voortdurend aangepast. Hout werd verruild voor steen, de muren werden dikker en de gracht die om het kasteel loopt werd verder uitgediept. Dit alles kon echter niet voorkomen dat het kasteel in 1488 toch veroverd en (deels) vernietigd werd. De Bretonse aanspraak op onafhankelijkheid werd de kop ingedrukt en in de eeuwen die volgden werd het kasteel herbouwd. Het was onder andere Françoise van Dinan en haar erfgenamen die het kasteel zijn huidige renaissance uiterlijk gaven. De stad Chateaubriant is een bezoek niet echt waard. Het kasteel is dat zeker wel. Een mooie multimediale presentatie vertelt over de geschiedenis en het kasteel en de omliggende tuinen zijn voor een belangrijk deel gratis te bezoeken. Een begeleide tour is helaas alleen mogelijk met een Franstalige gids, dus dat hebben we maar overgeslagen.



Na het bezoek aan Chateaubriant zijn we doorgereden naar Nantes, de op zes na grootste stad van Frankrijk. Ondanks de omvang van de stad heeft het oude centrum een heel knus en authentiek karakter. Onze overnachtingsplaats ligt aan de rivier de Loire en via een mooi fietspad zijn we van de camping naar de stad gefietst. Het centrum van de oude stad wordt gedomineerd door het gigantische kasteel van de hertogen van Bretagne. Een deel van de gebouwen stond vanwege restauratiewerkzaamheden in de steigers. Dat beteken de echter niet dat een bezoek niet de moeite waard was. De kasteelmuren met de verdedigingswerken zijn vrij toegankelijk en bieden een mooi uitzicht over de stad aan de ene kant en de gebouwen van het kasteel aan de andere kant. Na het bezoek aan het kasteel hebben we in de stad heerlijk Aziatisch gegeten en zijn we teruggefietst naar onze overnachtingsplek. Morgen gaan we, eerder dan gepland, door naar de kust van de Vendeé. In Chatelaillon Plage blijven we in ieder geval twee nachten staan om te genieten van zon, zee en strand.

Zondag 30 en maandag 31 juli: Châtelaillon Plage
De etappe van Nantes naar Châtelaillon Plage was niet heel lang, maar toch deden we over de 158 kilometer bijna drie uur. Het aantrekkende vakantieverkeer was duidelijk merkbaar, zeker op de tweebaans Route National die we vandaag voor een belangrijk deel gebruikten. De oorsprong van de Route National ligt bij de Route Impériales, de keizerlijke wegen die tijdens het bewind van Napoleon Bonaparte aangelegd werden. Iedere weg in dit wegennetwerk kreeg en uniek nummer. Op die manier ontstond het eerste genummerde wegennetwerk ter wereld. Het rijden over de Route National is in veel opzichten bijzonder. De lagere maximum snelheid (variërend van 50 in dorpen en stadjes tot 90 buiten de bebouwde kom), maakt een reis net wat minder hectisch. Daarnaast lopen de wegen dwars door de afwisselende Franse natuur waar vandaag vooral een afwisseling van het felle geel van de zonnebloemvelden en het oker geel van de pas geoogste graanvelden, het beeld domineerden. Tenslotte voert de Route National dwars door kleine stadjes en dorpjes. Veel meer Frans als dit wordt het niet!
Onze camping van vandaag ligt meteen aan de kust van de Atlantische Oceaan, een kleine twintig kilometer onder La Rochelle. Na een wandeling aan zee, hebben we vooral bij de camper genoten van de zon. Morgen plakken we er nog zo’n dag aan vast!!

Dinsdag 1 augustus: Blaye


Na twee dagen rust aan de west Franse oceaankust, zijn we vanochtend vertrokken richting Blaye in het departement Gironde. We kwamen uiteindelijk terecht op een camperplaats net boven de stad bij het Chateau van de markies van Vauban. Dit chateau is een van de vele wijndomeinen in dit gebied. We stonden hier voor het luttele bedrag van tien euro midden in de wijnvelden. Het chateau zelf doet vandaag de dag dienst als restaurant en winkel voor de lokale wijnen.
De middag hebben we vooral doorgebracht in en om de citadel van Blaye. Dit enorme vestingwerk van meer dan 38 hectare ligt tegen de rand van het stadje en diende vanaf de zeventiende eeuw, samen met twee andere bolwerken op respectievelijk een eiland in de rivier de Gironde en aan de overkant van de rivier de Gironde, ter verdediging van de waterweg naar de stad Bordeaux. De citadel werd gebouwd onder verantwoordelijkheid van de markies van Vauban, die een van de grootste bouwmeesters en technici van zijn tijd was. De citadel bestaat uit meerdere gordels van bebouwing, doorsnelden door diepe droge grachten. Vauban bouwde voort op eerdere bebouwing uit de zesde en zevende eeuw en creëerde zo een vesting die noch van het water, noch vanaf het land in te nemen was. De kanonnen, die in die tijd al een bereik van ongeveer drie kilometer hadden, bestreken bijna de volledige breedte van de rivier (c.a. 3,5 km.). Samen met de beide andere bolwerken was dit een effectieve manier om de stad Bordeaux te behoeden voor aanvallen vanaf het water.
Binnen de citadel kun je heerlijk wandelen. De oude gebouwen zijn deels weer in gebruik genomen als restaurant, café of winkel en borden aan de muren vertellen het verhaal van de citadel en de stad.
Na de wandeling door de citadel en de stad, wachtte op de camperplaats een kleine verrassing. De eigenaren van het chateau houden iedere dag om 17.30 een wijnproeverij, waarbij ze niet alleen over de wijnen, maar ook over de geschiedenis van de streek en de toeristische mogelijkheden vertellen. Mijn Frans is meer dan matig, maar toch heb ik het verhaal redelijk kunnen volgen.



Woensdag 2 augustus: Biarritz (dat nooit Biarritz werd)
Ons doel van vandaag was Biarritz, de badplaats aan de Atlantische oceaan die naam en faam kreeg in de negentiende eeuw toen de populaire badcultuur op begon te komen. Het werd een geliefde vakantiebestemming voor de Europese adel en aristocratie, met name nadat Keizerin Eugénie, de vrouw van Napoleon III, het gebied ontdekte en er meerdere bezoeken bracht. We vertrokken in de loop van de ochtend uit Blaye een namen de veerboot over de Gironde, waardoor we de drukte rondom Bordeaux konden mijden. De route voerde onder andere door de Medoc, de bekende Franse wijnstreek. We reden vooral over de Route National, waardoor we veel moois zagen, maar ook niet echt goed opschoten. Gevolg was dat we vrij laat op onze bestemming in Biarritz aankwamen. De camperplek die we voor vannacht gepland hadden was volledig vol en een hele reeks telefoontjes naar omliggende campings leerde dat er geen mogelijkheden meer waren om in de omgeving van de stad te overnachten. We besloten daarom door te rijden naar een andere camperplaats, net over de Spaanse grens. Vandaag dus even geen foto's en verhalen. Het weer in deze streek is vandaag heel slecht. De regen komt met bakken uit de hemel. De avond hebben we gewoon in de camper doorgebracht. Morgen gewoon weer verder. Dan staat Bilbao op ons programma!
Donderdag 3 en vrijdag 4 augustus: Bilbao

De achtste dag van onze reis brengt ons naar een van de hoogtepunten van deze reis. Verleden jaar stond Bilbao al op ons lijstje van te bezoeken steden, maar helaas kwam dat er niet van. Dit jaar wagen we dus opnieuw een poging. Onze camper staat hoog boven de stad bij het Bilbao Hostel. we hebben deze plek gekozen, omdat je gebruik kunt maken van alle faciliteiten van het hostel, dus ook van het ontbijt. Lekker even twee dagen luxe. Deze camperplaats hebben we al een tijdje geleden geboekt, maar toen we gisteren belden voor de bevestiging van de boeking, bleek men daar niets meer van te weten. Na wat gekibbel over en weer bleek dat de plaats bij het hostel, dezelfde website heeft als de iets hogerop gelegen camperplaats Kobetamendi. Dáár hadden wij inderdaad niet geboekt. Uiteindelijk wist men bij de receptie gelukkig wel van onze boeking.
Bilbao is de hoofdstad van de Spaanse provincie Biskaje. Het is de perfecte mix van traditie en moderniteit, met een rijke geschiedenis en een bloeiende hedendaagse cultuur. De traditie weerspiegelt in het oude centrum, het Casco Viejo, terwijl de moderniteit wal het ware afspat van het Gugenheim museum, dat ook van buiten alleen al het bekijken waard is. De eeuwenoude architectuur van de stad laat iets zien van de rijke geschiedenis, terwijl de door de beroemde architect Calatrava ontworpen Zubizuri brug laat zien dat de stad met twee benen in de eenentwintigste eeuw staat. De eerste dag van ons bezoek aan de stad hebben wij vooral door het Casco Viejo gewandeld. Het is een mooi authentiek centrum met een prachtige kathedraal en verschillende kleine pleinen. We dronken even iets op het Plaza Neuva, dat omzoomd wordt door mooie achttiende eeuwse gebouwen. Na een verfrissende douche in het hostel, zijn we de stad weer in gegaan, waar wel heerlijk gegeten hebben.




Op de ochtend van onze tweede dag in Bilbao regende het aanvankelijk. De ligging aan de noordkust van Spanje maakt deze stad gevoelig voor de lagedrukgebieden en buien die in de golf van Biskaje ontstaan. Gelukkig klaarde het snel op, waardoor de fietstocht die we gepland hadden gewoon door kon gaan. Voordat we aan de fietstocht begonnen, hebben we in de overdekte markt van de stad genoten van de typische Noord Spaanse Pincho's. Dit zijn kleine stukken brood met de meest uiteenlopende toppings. Met deze hapjes als bodem, was het goed fietsen. Zoals we in het verleden al vaker gedaan hebben, gingen we fietsen met Baja Bikes, een organisatie die in veel Europese steden begeleide fietstochten aanbiedt. In ons geval natuurlijk met Nederlandstalige gids.
We hebben de stad van een ietwat andere kant gezien. Zo bekeken we de bekende bezienswaardigheden als de Zubizuri brug van Calatrava, maar fietsten we ook over een trendy oud fabrieksterrein waar de komende jaren een mondaine wijk zal verrijzen. Het voordeel van fietsen met een gids zijn de achtergrondverhalen die een stad écht laten leven. We hebben het Gugenheim Museum helaas niet bezocht tijdens deze trip, maar we hebben het van de buitenkant wel zo'n beetje vanuit ieder denkbaar perspectief kunnen bekijken. Interessant is dat dit museum, toen het gebouwd werd, een antwoord moest bieden op de armoedige situatie waarin de stad verkeerde. Ondanks de gigantische bouwkosten van ruim honderd miljoen Euro, is het door de architect Frank Gehry ontworpen museum vanaf de opening in 1997 een doorslaggevend succes dat jaarlijks horden bezoekers trekt. Zo brengt het museum veel geld in de gemeentekas van Bilbao.
Bilbao was zeker de moeite waard en wellicht komen we hier nog een keer terug om meer van de stad te bekijken. Voor nu reizen we eerst door naar onze volgende overnachtingsplaats aan de Nord Spaanse Kust.
Zaterdag 5 augustus: Llanes



Onze bedoeling voor vandaag en morgen was om lui aan het strand te gaan liggen in een van de vele badplaatsen die de Noord Spaanse kust rijk is. De zon scheen en de camperplaats die we uitgezocht hadden lag op slechts een dik uur rijden van Bilbao. De weekenddrukte zorgde er echter voor dat we genoodzaakt waren om verder te rijden dan gepland. Veel campings en camperplaatsen waren volledig vol. Uiteindelijk kwamen we rond het middaguur aan op een bijzondere camping in Llanes. Camping Entre Playas ligt op een klif, meteen aan de Cantabrische zee. Het uitzicht vanuit de camper was adembenemend. We hebben langs de kust gewandeld, gelezen, en gebarbecued. Een heerlijke rustige middag dus. Morgen rijden we verder richting Santiago de Compostela, maar onderweg nemen we nog een overnachtingsplek aan zee.
Zondag 6 augustus: Foz



Omdat we geleerd hebben van gisteren, zijn we vandaag vroeg vertrokken in westelijke richting. Via Campercontact hebben we een camperplaats in het plaatsje Foz gevonden. Op weg naar deze plaats reden we over de autoweg die de kustlijn voor een groot del volgt. Het gebied wordt aan de ene kant geflankeerd door de Cantabrische zee en aan de andere kant door de toppen van de Picos de Europa (ook wel bekend als het Cantabrisch gebergte. De nabijheid van de bergen zorgt voor een rotsachtige kust die op een aantal plekken ver het binnenland in komt. De groene bergen en heuvels en het blauwe water doen denken aan de Noorse fjorden. Foz is gelegen aan een van die diepe inhammen. De Rio de Foz mondt bij het plaatsje uit in de zee en de laatste kilometers vormt de rivier en brede waterstroom die bij eb deels droog valt. De zeekant van het dorp kent steile rotswanden en diepe kliffen waar het water bij vloed vrij spel heeft. Het gebied is uitermate geschikt om te wandelen. Je kunt een lange route langs de kust lopen, waar achter iedere hoek en nieuw spectaculair vergezicht wacht. Het Dorpje Foz zelf wordt vooral bezocht door Spaanse toeristen. Op de camperplaats waren wij met een andere verdwaalde Nederlander, Fransman of Italiaan, dan ook de uitzondering op de regel. Dit werd vooral duidelijk toen we een restaurant zochten. Naar goed Spaans gebruik wordt gegeten als de meeste Nederlanders al lang denken aan naar bed gaan. Desalniettemin vonden we een prima restaurant aan de kust waar we genoten van een authentieke Spaanse maaltijd van vis en vlees. Morgen wacht onze volgende etappen naar Santiago de Compostella.
Maandag 7 augustus: Santiago de Compostela


De reis van de kust naar Santiago de Compostella voerde ons vanochtend dwars door de bergen. We staken de Picos de Europa over op weg naar Galicië. Santiago de Compostella is de hoofdstad van deze regio, maar dat is vel minder belangrijk dan de status als pelgrimsoord. De stad is het eindpunt van de Camino de Santiago. Een pelgrimstocht naar het graf van de heilige Jacobus. De geschiedenis van de stad gaat terug tot de 9e eeuw, toen het graf van de apostel Jakobus werd ontdekt op de plek waar nu de kathedraal staat. Historische feiten en overlevering lopen hier sterk door elkaar, maar dat deert de gelovigen niet die in drommen naar de stad toe komen. Santiago de Compostella is een belangrijk bedevaartsoord voor christenen uit heel Europa en zelfs daarbuiten. Pelgrims overbruggen wandelend een honderden kilometers lang pelgrims pad dat uiteindelijk uitkomt bij de kathedraal van Santiago de Compostella waar het graf van de heilige Jacobus is. De kathedraal is een adembenemend bouwwerk dat bezoekers trekt vanwege zijn prachtige architectuur en het heilige altaar waar het standbeeld van de apostel Jakobus wordt bewaard. Voor pelgrims betekent het plein voor de kathedraal, het Plaza del Obradoiro, het eindpunt van hun tocht. Als ze minstens de laatste honderd kilometer lopend (of 200 kilometer fietsend) afgelegd hebben, en daarnaast aantoonbaar voldoende andere oorden op de route bezocht hebben, krijgen ze een oorkonde die bewijst dat ze de Camino volbracht hebben. Zelfs als niet pelgrims werden wij gegrepen door de euforie van de mensen die dagen en misschien wel weken onderweg waren naar dit punt. Wij bezochten natuurlijk de kathedraal. De grote drukte zorgt ervoor dat je in een lange en vooral rumoerige rij van bezoekers door de kathedraal geleid wordt. Er blijft op die manier weinig over van het sacrale karakter van de kathedraal. Toch maakt het interieur van (vooral het hoofdaltaar van) de kerk indruk.
Naast zijn religieuze betekenis heeft Santiago de Compostella ook een bruisend hedendaags karakter. De oude binnenstad (het Casco Historico), die op de werelderfgoedlijst van UNESCO staat, is een doolhof van kronkelende straatjes en prachtige pleinen. We verkenden deze oude stad met een audioguide die je op je telefoon kunt gebruiken. Op die manier kregen we in ieder geval veel historische en kerkelijke achtergrondinformatie. Onze camper staat op een camperplaats boven de stad. Het weer was vandaag heerlijk, dus nu genieten we van een zachte avond voor onze camper. Morgen gaat de reis verder naar de tweede stad van Portugal: Porto.


Dinsdag 8 augustus en woensdag 9 augustus: Porto


Vandaag hebben we Spanje verlaten en zijn we het noorden van Portugal ingereden. Ons doel voor de komende twee dagen is Porto aan de Portugese Noordwest kust.Porto is onmiskenbaar een stad met een hele specifieke charme en aantrekkingskracht. De prachtige bruggen over de Douro, het historische centrum en niet in de laatste plaats de Portwijn die hier vandaan komt, spreken allemaal erg tot de verbeelding. De stad is echter meer dan dit alleen. Ze heeft een rijke en roemruchte geschiedenis. Porto, ook wel bekend als Oporto, ontleent zijn naam aan de haven die hier duizenden jaren geleden werd gesticht door de Romeinen. De strategische ligging aan de monding van de rivier de Douro maakte Porto een belangrijk handelscentrum. Gedurende de middeleeuwen bloeide de stad eerst onder Moorse overheersing en later onder het bewind van de christelijke koningen. Een wandeling door de oude binnenstad is dan ook een wandeling door de geschiedenis. Smalle geplaveide straatjes slingeren langs kleurrijke huizen, historische kerken en gezellige pleinen. Een van de meest opvallende bezienswaardigheden is de imposante kathedraal van Porto, een mix van romaanse en gotische architectuur. Een ander hoogtepunt van Porto zijn de indrukwekkende bruggen die de stad verbinden. De meest iconische is de Dom Luís I-brug, mede ontworpen door Gustave Eiffel die ook de Eifeltoren in Parijs ontwierp. Deze dubbelbrug biedt een van de mooiste panorama’s van de stad.
Op onze eerste dag hebben Porto verkend met een hop on hop off bus. Dit is weliswaar bijna een toeristisch cliché, maar het helpt wel enorm bij het leren kennen van een vreemde stad. De bus vertrekt vlak bij het station van São Bento. Dit station alleen al is een introductie op een van de meest kenmerkende elementen van Porto: de vele huisjes met wit blauwe, of net fel gekleurde tegelwanden. De hal van het station is volledig met deze tegels bewerkt en de wanden vertellen zo een verhaal van de geschiedenis van Porto. Een bustocht met een hop on hop off bus heeft iets weg van een fotosafari, waarbij de foto’s net niet zo zijn zoals je ze graag zou willen. De bus trekt net op als je het perfecte plaatje denkt te hebben, of er loopt of rijdt iemand voor de lens. We hebben het dus maar vooral gehouden bij het genieten van de uitzichten en het luisteren naar de commentaren die via de hoofdtelefoon gegeven werden. Zo kregen we in ieder geval een eerste indruk van de stad.



Dat Porto echt een stad is die stedentrip waardig is, bleek op onze tweede dag. Met behulp van een van de wandelroutes van Time To Momo bezochten we de Ribeira wijk, met haar kleurige huisjes aan het water. Daarnaast bekeken we de eerder al genoemde kathedraal, en de Torre Dos Clérigos, de toren van de kerk die met kop en schouders boven de stad uitsteekt. Porto is geen stad voor mensen die slecht ter been zijn. De straten en steegjes zijn geplaveid met ongelijke stenen en vanaf de rivier de Douro, die Porto scheidt van het tegenover gelegen Villa Nova de Gaia, loopt vrijwel iedere weg steil omhoog. Onze wandeling van uiteindelijk meer dan veertien kilometer, was in dat opzicht dus best een uitdaging. Natuurlijk zijn we ook in Vila Nova de Gaia geweest.

Een stevige klim bracht ons via de Dom Luís I-brug, naar de overkant, waar we genoten van een lunch in een kleine markthal. Daarna liep de weg opnieuw steil omhoog naar Real Companhia Vehla, het oudste wijn- en porthuis van Portugal. Hier wordt al sinds het midden van de achttiende eeuw port en wijn geproduceerd. Een rondleiding door de wijnkelders leverde in ieder geval een weetje op: Port wordt Port doordat de fermentatie van de most (het sap van de geperste druiven) op enig moment gestopt wordt door er een grote hoeveelheid alcohol aan toe te voegen. Hoe eerder dat gebeurt, hoe zoeter de port. We proefden een aantal varianten. Vooral de Lagrima (de witte zoete port) viel goed in de smaak. Onze laatste dag in Porto hebben we afgesloten aan de oevers van de Douro met een goed gevulde plank met Portugese lekkernijen. Morgen en overmorgen reizen we door de Douro vallei, waar de druiven groeien voor de Portugese wijnen.





Hoewel we natuurlijk ook vandaag een reisdoel hadden, ergens moet je immers slapen, is de reis naar dit doel toe misschien wel meer de moeite waard dan het doel zelf. Vanuit Porto zijn we vandaag landinwaarts naar het oosten gereden. We volgden daarbij de rivier de Douro door de adembenemende Douro Vallei. De vallei wordt gekenmerkt door een bijna oneindige hoeveelheid wijnterrassen die, ondersteund door stenen muurtjes, op steile berghellingen liggen. Het hele tafereel steekt fel af tegen de intens blauwe lucht. De muurtjes dienen voor meer dan alleen voor de decoratie. Ze beschermen de vruchtbare grond van de hellingen tegen erosie. De kenmerkende patronen die de muurtjes op de hellingen ‘tekenen’ hebben ervoor gezorgd dat de Douro vallei sinds 2001 op de UNESCO lijst van werelderfgoed staat. Vanuit Porto namen we de kronkelige N222 richting Pinhão. Deze weg slingert ruim 27 kilometer lang door het dal en volgt zo de loop van de rivier. Onderweg kwamen we langs een aantal bekende wijnhuizen zoals Sandeman (die van de Sherry) en Ferreira. Achter iedere bocht vind je een Quinta (de Portugese wat de Fransen een chateau noemen). Soms zie je vooral de wijnterrassen, maar op een aantal plekken zagen we ook de weeldering gebouwde Quintas zelf. Het hele landschap, de wijn en de slingerende Douro maakten veel indruk.
Onze overnachtingsplaats van vandaag ligt in San João da Pesqueira aan de overs van de Douro. Dit plaatsje dankt zijn naam aan een natuurlijke stuwdam waar een overvloed aan vis was. Hierdoor was de dam een paradijs voor vissers en daarom werd deze "pesqueira" (visplaats) genoemd. We vonden een camperplaats bij het plaatselijke zwembad, waar we de middag gebruikten om te genieten van de zon. San João da Pesqueira is een van de vele dorpjes die we deze vakantie gezien hebben. Overdag lijkt het dorp uitgestorven. Mensen zijn (met uitzondering van de bezoekers van het zwembad) een uitzondering. Pas na zonsondergang komt het dorp tot leven. We aten in een Italiaans restaurant dat tot aan de nok gevuld was. Wat ons in algemeen zin opvalt is dat Portugal (maar ook het noorden van Spanje) voor Nederlandse begrippen, heel goedkoop is. De campings en camperplaatsen, de boodschappen en een uitgebreide lunch of diner komen qua prijs niet eens in de buurt bij wat wij gewend zijn. Ter vergelijk: in Nederland betalen wij voor een avondmaaltijd met drank en eventueel toetje al gauw ergens tussen de 25 of 30 euro per persoon. In Noord Spanje en Portugal betaalden we gemiddeld ergens tussen de 35 en de 40 euro voor twee personen. Morgen reizen we verder naar het oosten, opnieuw door het Douro dal.
Vrijdag 11 augustus: Miranda Do Douro


Ook vandaag hebben we weer doorgebracht in de Douro Vallei. Ons eerste doel was Vila Nova de Foz Coa. Vanuit dit dorp bezochten we een museum met prehistorische rotstekeningen. Deze tekeningen dateren uit het late paleolithicum (de late steentijd) en zijn dus ongeveer veertigduizend jaar oud. Meestal worden dit soort tekeningen gevonden in grotten. Villa Nova is een van de weinige locatie ter wereld waar deze tekeningen in de open lucht gevonden werden. Los van de historische waarde, ligt het museumpark in een prachtig stuk natuur. We hadden de archeologische site zelf graag bezocht, maar per dag zijn er slechts twee begeleide excursies van maximaal 8 personen per keer. Wij waren te laat voor de eerste excursie en de twee excursie was te laat op de dag (en overigens ook al volgeboekt). Het museum zelf is echter meer dan de moeite waard. Met een online audioguide word je door de vijf grote tentoonstellingszalen geleid waar veel van de achtergrondinformatie digitaal en interactief vormgegeven is. Het museum beschikt over replica’s van de belangrijkste rotstekeningen, maar er zijn ook originele exemplaren te zien.
Vanuit Vila Nova vervolgden wij onze reis verder naar het oosten. Onze overnachtingsplaats van vandaag ligt in Mirando do Douro. Dit stadje heeft een lange geschiedenis. Het werd eerste door de Romeinen en later door de Arabieren bezet. De ligging, dicht bij de Spaanse grens, gaf het dorp strategische waarde. De eerste koning van Portugal bouwde er dan ook een kasteel en een ommuurde vesting. Later, in de zestiende eeuw, kreeg het dorp de status van stad en werd de zetel van het bisdom Trás-os-Montes. Dit was een tijd van grote voorspoed, die echter ruw verstoord werd door de zeventiende-eeuwse onafhankelijkheidsoorlogen tegen Spanje. Later waren het de Franse invasies die voor ontberingen zorgden. Deze roerige periode zorgde ervoor dat de stad veel van haar betekenis verloor.
Vandaag de dag is Miranda de Douro en verslapen stadje met een grote basiliek, resten van een kasteel en een stadsmuur. Het was vanmiddag ruim vijfendertig graden, dus de wandeling van onze camping naar de stad was een hele uitdaging (in dit gebied bestaan vlakke wegen schijnbaar niet). We hebben een paar uur door de stad gedwaald, om daarna de barbecue nog maar eens aan te gooien bij de camper. Voor morgen hebben we een mooi vooruitzicht. De toch alweer goedkope camping (20 euro all-in) biedt voor vijf euro per persoon een uitgebreid ontbijt. Onze wekker gaat dus vroeg morgen. Eerst ontbijten we en dan rijden we verder richting Spanje.

Zaterdag 12 augustus: Burgos
Vandaag stond een tocht van 280 kilometer op het programma die ons van Mirando do Douro in Portugal, naar het Spaanse Burgos voerde. Deze Noord Spaanse stad is doordrenkt van geschiedenis. De oorsprong van Burgos gaat terug tot de prehistorie, maar het was pas in de 9e eeuw dat de stad echt begon te bloeien. In die tijd was Burgos een belangrijk centrum van handel en cultuur onder het bewind van de Moorse overheersers. In de 11e eeuw, onder het bewind van koning Ferdinand I van Castilië, begon Burgos aan zijn gouden eeuw. Het was het toneel van belangrijke politieke gebeurtenissen, waaronder de kroning van Ferdinand III tot koning van Castilië en het opstellen van de eerste Castiliaanse wetten, de Fuero de Burgos. De meest bekende periode in de geschiedenis van Burgos zijn echter de late middeleeuwen. In de 13e eeuw werd de stad de hoofdstad van het Koninkrijk Castilië en was het een belangrijk centrum voor kunst en literatuur. Bovendien werd in die tijd begonnen met de bouw van de prachtige kathedraal van Burgos, een van de mooiste gotische kathedralen van Spanje. Als de machtspositie in de zestiende eeuw van Burgos verschuift naar Valladolid en (later) Madrid, verliest Burgos aan betekenis. Het rijke culturele erfgoed bleef echter behouden en dat zorgt ervoor dat de stad vandaag de dag een perfect evenwicht tussen geschiedenis en moderniteit laat zien.
Wij overnachten vandaag op camping Fuentes Blancas, een dikke drie kilometer buiten Burgos. De camping is groot en ietwat gedateerd, maar het ontbreekt niet aan de voorzieningen die wij zoeken: sanitair, elektriciteit, horeca en een plezierige plek. Vanuit de camping vertrekt ieder half uur een bus naar de stad. Voor 1 euro en 20 cent sta je zo op het Plaza Espagña en ligt de oude binnenstad van Burgos op een steenworp afstand. Naast het feit dat we de oude stad wilden bekijken, was de kathedraal van Burgos een van de hoofddoelen van vandaag. We hebben op deze reis al heel wat sacrale gebouwen bekeken, maar het exterieur en interieur van deze kathedraal spant de kroon. Het enorme gotische bouwwerk doet denken aan de Dom van Keulen en dat is niet vreemd. Een van de bouwmeesters van de kathedraal was Johannes van Keulen, die zijn ervaringen uit de Duitse domstad meebracht naar Spanje. Een audiotour van ruim twee uur leidde ons door de vele kapellen, de sacristie, de kloostergangen en het museum. De rijkdom die dit monument uitstraalt grenst aan het onwaarschijnlijke. De vele met bladgoud versierde altaren, de beeldhouwkust en het weelderige marmer, geven een indruk van de rijkdom van het Burgos van weleer.
De stad is in algemene zin echter ook een bezoek waard. Ook als je niets met geschiedenis hebt, heeft de stad een hele prettige look and feel. Zo hebben wij ons onder de lokale bevolking gemengd tijdens de lunch en gegeten op barkrukken aan een open raam van een restaurant. Dit was iets waar wij zeker aan zouden kunnen wennen. Morgen verlaten wij Spanje en beginnen we stilaan aan onze terugreis naar Nederland.




Zondag 13 augustus: Angelet


Na ons bezoek aan Burgos gisteren, zijn we vanochtend vroeg vertrokken naar de Franse Zuidwestkust. We kozen voor een camperplaats direct aan zee in het plaatsje Angelet. Ondanks het feit dat we heel vroeg (rond 11 uur) bij de plaats aankwamen, was er geen plek. Klaarblijkelijk kun je deze plek vooruit, digitaal, reserveren. De vrije plekken op de camperplaats hebben dus weinig nut als de computer aangeeft dat die gedurende de dag weer bezet zullen zijn. Wij reserveren op onze camperreizen een beperkt aantal plekken. Vooral bij grotere steden of bezienswaardigheden en dan meestal ook nog op een camping. De afgelopen jaren hebben we eigenlijk altijd wel een plek gevonden op camperplaatsen. Dit begint echter te veranderen. Steeds vaker is reserveren wél nodig en dat betekent dat vrij rondreizen iets moeilijker wordt. De vraag rijst vervolgens hoe je dan kunt reserveren. Enig zoekwerk online leert dat er in Frankrijk, België, Duitsland, Italië, Spanje en Groot Brittannië een netwerk van camperplaatsen ligt die je via de app Camping Car Park kunt reserveren. Info vind je op https://www.campercarpark.com). Je betaalt eenmalig vijf euro voor een kaart, die levenslang geldig is. Hier kun je tegoed op zetten. Daarnaast betaal je jaarlijks een soort contributie en een annuleringsverzekering (beiden 14 euro). Met de app die bij de kaart hoort kun je vervolgens alle aangesloten camperplekken in een bepaald gebied zien. Je ziet tevens hoeveel plekken er op enig moment nog beschikbaar zijn. Je kunt dus op de dag zelf nog een plek boeken. Heb je dit al eerder gedaan en maak je onderweg een andere keuze, dan kun je ook weer annuleren (al hebben we dat nog niet geprobeerd). Dit geeft dus weer enige vrijheid.
Voor vandaag kwam deze oplossing helaas te laat. We vonden wel een andere camperplek op een paar honderd meter van de oceaankust. Na een lunch in Angelet zelf, hebben we een wandeling langs het strand gemaakt. De golven zijn werkelijk indrukwekkend. Vergeleken met dit geweld zijn de golven zijn de Middellandse Zee niet meer dan een rimpeling in het water. De kust van dit gebied (de Golf van Biskaje) is dan ook geliefd bij surfers die uren lang in het water liggen, wachtend op die ene perfecte golf. Wij lieten het bij verwoede pogingen om de golven vast te leggen op beeld. Ook dit vraagt om geduld. Op de pieren die de oceaan in reiken, beukt het water en dat zorgt voor een schouwspel van opspattend wit schuim. Niet iedere golf veroorzaakt dit schouwspel en dus wachtten we geduldig af. Op enig moment waren we iets te geduldig en onoplettend, waardoor we zelf kennis maakten met het water van de oceaan. Gelukkig droogt kleding snel in de zon.
Maandag 14 augustus: Beaumont Saint-Cyr
Vandaag hebben we een camperplaats in Beaumont Saint - Cyr geboekt via de camper car park app. Dat verliep (nadat we eenmaal de benodigde betalingen verricht hadden) prima. De camperplaats ligt In de buurt van de stad Poitiers, maar omdat het weer herlijk was hebben we ervoor gekozen om de dag door te brengen aan het naastgelegen recreatiemeer, Een dag van lezen en genieten, levert, behoudens een paar sfeerimpressies, dus weinig foto's en verhalen op. Morgen reizen we verder naar Montbazon waar we twee dagen staan en in ieder geval de stad Tours bezoeken.


Dinsdag 15 en woensdag 16 augustus: Montbazon en Tours


Vanuit Beaumont zijn we vandaag naar het noordoosten gereden. Ons doel was Montbazon, waar we vandaag en morgen een laatste echte stop maken. Onze volgende etappes voelen dan straks echt als de reis naar huis. Om goed uitgerust aan deze laatste dagen te beginnen, pauzeren we op camping La Vallée de L’Indre. Het plan is om vooral te genieten van de camping en de omgeving. 15 augustus in Frankrijk een nationale feestdag . Op Maria Hemelvaart zijn niet alleen winkels en toeristische hotspots, maar zelfs veel restaurants gesloten. Montbazon is al een klein en niet echt tot de verbeelding sprekend dorpje, maar als dan ook nog alles gesloten is lijkt het echt uitgestorven. We hebben vanmiddag een trail van een dikke twaalf kilometer in de omgeving gelopen. Naast het natuurschoon, zagen we in ieder geval ook de oude burcht van Montbazon, het immense fort dat hoog uittorent boven de stad. De indrukwekkende donjon, de grote toren, is de oudste van Frankrijk. De basis voor deze toren (en dus ook voor het fort) werd al gelegd in de tiende eeuw. De toren stond op een strategische plek waarvandaan men een goed uitzicht had over de vallei en de rivier de Indre. In de daaropvolgende vijf eeuwen ontstond er rondom de toren een zich steeds verder uitbreidend fort. Toen de plek van het fort zijn strategische ligging verloor, besloot men het fort deels te vernietigen. Vanaf de twintigste eeuw werden er echter steeds meer delen gerenoveerd, waardoor het fort nu weer iets van de oude allure terug heeft.

Onze tweede dag in Montbazon begon met het ophalen van de fietsen. Waar onze eigen fietsen trapondersteuning hebben, kregen we nu (ietwat gedateerde) citybikes. De afstand naar het zeventien kilometer verderop gelegen Tours moesten we dus op eigen kracht afleggen. Volgens de enige medewerker op de camping die een beetje Engels sprak (het leek nog steeds erg op een scene uit Allo Allo), was er een prima route naar de stad. Google Maps leidde ons echter ietwat om en (wat veel belangrijker is) langs iedere mogelijke heuvel die de omgeving te bieden heeft. het kostte iets meer dan een uur om in Tours aan te komen. De inspanning hebben we eerst maar eens met een kop koffie beloond.

Wat Tours voor ons we interessant maakt, is het feit dat het een van de tussenpunten is op de Camino de Santiago. Na ons bezoek aan Santiago de Compostella heeft dit onderwerp wel onze belangstelling. De eerste plek die we dan ook bezochten was de Kathedraal van de stad. Dit is niet alleen het geestelijk middelpunt van Tours, maar ook hét verzamelpunt voor de wandelende pelgrims.
De kathedraal die er nu staat, vindt zijn oorsprong al in de vierde eeuw, maar Rampspoed in de vorm van brand, storm en oorlog hebben door de eeuwen heen voor voortdurende verbouwingen gezorgd. Zo maakte een oude Romaanse kerk plaats voor een Gotische variant die uiteindelijk in de zestiende eeuw pas voltooid werd. Op het plein voor de kathedraal ontmoetten we een strompelende Belgische pelgrim. We raakten in gesprek en hij vertelde dat hij bezig was aan zijn achtste tocht naar Santiago de Compostella. Trots liet hij het vergeelde boekje zien met de verschillende stempels van de verschillende jaren dat hij de tocht volbracht had. Dit jaar zat het hem echter niet mee. Hij had net drie weken in het ziekenhuis in Tours gelegen met een ontsteking aan zijn voet. Dit allemaal overigens niet op de heenweg, maar op de terugweg vanuit Santiago!!! Een dag later zou hij opgehaald worden door een vriend die hem terug zou brengen naar België. De vorige nacht had hij, berooid door de kosten voor zijn behandeling in het ziekenhuis, slapend doorgebracht in het portiek van de kathedraal. Een Nederlands stel had net gezorgd voor wat te eten en te drinken, en wij droegen bij aan de kosten voor een fatsoenlijke overnachting. Of het hele verhaal uiteindelijk klopte, zullen we nooit weten. De heroïek van de tocht, het pelgrimsboekje en het verweerde uiterlijk van de Belg, maakten in ieder geval indruk!
De laatste twee nachten op weg naar huis zullen we doorbrengen op camperplekken die we met onze nieuwe app Camping Car Park gaan boeken. daarbij proberen we onderweg in ieder geval nog een van de Loire Kastelen en Reims aan te doen. Aanstaande zaterdag hopen we dan weer thuis aan te komen. Dan werken we deze blog voor de laatste keer bij.
Donderdag 17 augustus: Kasteel van Blois en Nemours



Het Loiredal is rijk aan kastelen en in een eerdere vakantie hebben we al een aantal van die kastelen bezocht. Voor vandaag stond eigenlijk net kasteel van Chenonceau op ons programma, maar al snel bleek dat we daar alleen laat in de middag nog naar binnen konden. We ruilden dit kasteel dus in voor een ander exemplaar op onze Route: het koninklijk kasteel van Blois, vlak bij Orleans. Hoewel de oorsprong van dit kasteel dertiende eeuws is, springen de in de vijftiende eeuw door koning Lodewijk de twaalfde aangebrachte veranderingen het meest in het oog. Deze veranderingen, waaronder de grote wenteltrap aan de geven op de binnenplaats, geven het kasteel zijn typische renaissance uitstraling. We bezochten het kasteel met een op AR gebaseerde rondleiding, waarbij op een tablet projecties in de ruimte getoond werden die de manier van wonen en werken in het kasteel verlevendigden. Het kasteel is, zeker vergeleken met Chenonceau, niet heel groot, maar de pracht en praal van weleer was er nog goed zichtbaar. Blois zelf is een alleraardigst stadje. We brachten er nu niet zoveel tijd door, omdat we graag door wilden naar onze overnachtingsplek van vandaag. We zullen hier echter zeker nog eens terugkomen.
Onze overnachtingsplek van vandaag lag in Nemours, halverwege tussen Blois en Reims. De camperplaats ligt aan een zijtak van de rivier de Loing. Naast de campers liggen er ook schepen in deze zijtal die deze aanlegplaats als plek om te overnachten gebruiken. Nemours zelf kent een mooie kerk, een oude burcht en een prachtige brug. Veel meer hebben wij niet bekeken. Morgen reizen we via Reims verder naar onze laatste overnachtingsplaats vlak bij de Belgische grens.

Vrijdag 18 augustus: Reims en Fumay


De stad Reims staat al een aantal jaren op onze lijst van Franse steden die we willen bezoeken. Dit jaar kwam onze reis zo uit dat we de laatste dag in deze historische stad door konden brengen. Reims is een van die plekken waar de geschiedenis, de traditie en de cultuur vanaf druipen. De stad dateert al uit de Romeinse tijd, toen het bekend stond als Durocortorum. De Porte De Mars (die tijds ons bezoek helaas in de steigers stond) getuigt van deze tijd. In de 5e eeuw werd Reims de hoofdstad van het koninkrijk van de Franken. Het feit dat de stad een belangrijke rol heeft gespeeld in de Franse geschiedenis, heeft ervoor gezorgd dat ze bezaaid ligt met imposante bouwwerken. De kathedraal Notre Dam springt het meest in het oog. Hier werden maar liefst 33 koningen gekroond. Dit begon bijkoning Clovis die in deze kathedraal gedoopt en gezalfd werd. Bij dit zalven werd volgens de legende gebruik gemaakt van olie uit een ampul die tijdens de doop van Clovis door een duif uit de hemel gebracht werd. Deze legende zorgde tot aan de laatste Franse koning (1825)voor deze kroningstraditie en daarmee dus voor een prominente plek voor de stad in de Franse geschiedenis.
Vanuit Reims reden we door naar Fumay, een kleine Franse plaats in het Maasdal, vlak bij de Belgische grens. Het dorpje zelf is nagenoeg verlaten en (deels) zelfs vervallen. De ligging van de camperplaats aan de oever van de maas daarentegen, is prachtig.

Zaterdag 19 augustus: terug naar huis
Vanochtend hebben we op de camperplaats in Fumay rustig opgeruimd en tegen tienen zijn we naar huis vertrokken. De route voerde de eerste dertig kilometer letterlijk langs de maas. Dit is weliswaar een route die niet heel erg opschiet (je rijdt voortdurend door dorpjes), maar het is wél een route die een lust voor het oog is. We kijken terug op een mooie vakantie. de weersomstandigheden aan het begin van onze reis hebben ertoe geleid dat we de planning aangepast hebben. Dit heeft echter niet gehinderd. Met uitzondering van Boulogne Sur Mer, hebben we alles dat we wilden zien, ook daadwerkelijk kúnnen zien. We hebben soepel gereisd, weinig last gehad van verkeershinder en vrijwel altijd snel een overnachtingsplaats gevonden. West Frankrijk was deels al bekend terrein, maar met name noord Spanje en Portugal waren verrassend (zowel voor wat betreft de natuur als de steden). Santiago de Compostela en het Douro dal waren de absolute hoogtepunten van onze reis, op de voet gevolgd door Bilbao en Porto. Daarnaast waren we ook onder de indruk van de Atlantische Kust in Zowel Spanje als Frankrijk. Het geweld van de golven maakte indruk. Inmiddels zijn we weer thuis en is de camper gepoetst en klaar voor een volgende trip tijdens de herfstvakantie. Vandaag zijn we weer aan het werk gegaan, maar we houden het lekkere vakantiegevoel echt nog wel even vast!!